Nubische giraffe geboren in Safaripark Beekse Bergen

In Safaripark Beekse Bergen is een Nubische giraffe geboren. Het mannetje hoort bij één van de meest bedreigde ondersoorten van de giraffe.

 

De Nubische giraffe komt voor op savannes in Afrika. Deze diersoort wordt bedreigd doordat hun leefgebied steeds kleiner wordt. Dit komt onder meer door ontbossing. Daarnaast wordt er op de Nubische giraffe gejaagd.

Voor deze giraffensoort is er daarom een Europees managementprogramma. Dierentuinen zorgen hiermee voor een gezonde reserve-populatie. De geboorte van het mannetje in Safaripark Beekse Bergen valt hier ook onder.

 

Soortbehoud

“We zijn blij op deze manier bij te kunnen dragen aan het behoud van deze soort”, vertelt dierenverzorger Rolf Veenhuizen. “Dieren bij ons zijn ambassadeurs van hun soortgenoten. We hopen dat bezoekers zich door het zien van deze prachtige dieren, en de informatie die we hen geven, meer bewust worden van de gevolgen van menselijk handelen op de natuur en dieren.”

Safaripark Beekse Bergen ondersteunt via Stichting Wildlife de Giraffe Conservation Foundation (GCF), de enige organisatie ter wereld die zich volledig concentreert op de bescherming, het behoud en het management van giraffes in het wild in heel Afrika.

 

Vier soorten

Er zijn vier soorten giraffen, met verschillende ondersoorten. Een soort is de Netgiraffe, die op het Safari Resort leeft. Daarnaast zijn er op Beekse Bergen ook twee ondersoorten van de Noordelijke Giraffe te zien: de Kordofangiraffe en de Nubische giraffe.

Het kalfje werd geboren op 18 januari. De eerste dagen waren spannend voor de verzorgers. Veenhuizen: “Hij is het eerste kind van moeder Nova en bij een eerste jong is het altijd even afwachten hoe ze het oppakken. Daarnaast had hij last van zijn darmen. Gelukkig gaat alles nu goed en is het een gezond mannetje dat flink groeit.”

 

M’toto

Het jong kreeg de naam M’toto mee, wat ‘klein kind’ betekent in het Swahilli. “Mogelijk dat we hem dus over een paar jaar, als hij volwassen is, een nieuwe naam moeten geven”, lacht Veenhuizen.

Vanwege het koude weer, blijft het jong nog wel even op stal, samen met zijn moeder en enkele andere leden van de groep. Bezoekers kunnen tussen 2 en 3 uur een kijkje nemen.