PRIMEUR voor ZOO Planckendael: Drie Noordelijke kaalkopibissen geboren

Nadat ze begin juni uit hun ei braken, werden de drie belangrijke kuikens net geringd. Gelijktijdig gaven ze een pluimpje af voor DNA-analyse en geslachtsbepaling in het eigen labo van de ZOO. Er liggen bovendien nog drie eieren in een ander warm nest. De komst van vier dieren uit ZOO Antwerpen bracht nieuw bloed, nieuwe liefde en nieuw leven in de kolonie in continent Europa in ZOO Planckendael.

 

In de doorwandelvolière merk je dat de jongen er nog niet zo kenmerkend uitzien als hun ouders. Hun snavel is nog niet zo krom en lang om insecten, larven en wormpjes mee op te pikken. En hun kopje is nog niet kaal en mist nog de zwarte kuif en kraag.

 

Coördinator Frédéric: “Het zijn prachtige vogels. De paarse gloed in hun veren glinstert tot metallic in het zonlicht. Je kan veel zeggen over hun uiterlijk, maar de vrouwelijke vogels zijn duidelijk dol op de kletskopjes.”

 

Vroeger kwamen ze in Europa voor, en zag je ze in de centrale Alpen, in Italië, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en ook in Spanje. Nu blijven er nog 250 volwassen dieren over in kolonies in Marokko, Turkije en Syrië. Jacht, verstoring van hun nestplaatsen en het verdwijnen van hun leefgebied maakt van hen een met uitsterven bedreigde soort. ZOO Planckendael neemt deel aan het Europees kweekprogramma dat geleid wordt door de stamboekhouder in Oostenrijk. Wist je dat er vogels uit zoos geherintroduceerd worden in de natuur, net als de monniksgieren van ZOO Planckendael? Bij Noordelijke kaalkopibissen is de noodzakelijke trekdrang naar het Zuiden niet aangeboren. Nochtans is het kennen van een trekroute nodig om te overleven in de wintermaanden. De jonge vogels leren dit van volwassen soortgenoten. In Oostenrijk worden vogels aangeleerd om een ultralight vliegtuigje te volgen naar het Zuiden.