Het verhaal achter: Baron 1898 – Efteling

Wie dit jaar de Efteling bezocht heeft, heeft ongetwijfeld de attractie Baron 1898 zien pronken (of misschien zelfs een ritje erin gewaagd). Het is een B&M Dive Coaster, de enige van de Benelux. Je kan deze achtbaan vinden in Ruigrijk. Het gebouw werd vormgegeven als een goudmijn. De Efteling haalde hiervoor zijn inspiratie bij de staatsmijn Oranje-Nassau te Heerlen (NL). Bij een attractie met een goed thema hoort natuurlijk een ijzersterk verhaal. Vandaag doen wij het verhaal over deze mijn en zijn eigenaar Baron Gustave Hooghmoed voor jou uit de doeken.

 

Het verhaal gaat over een bescheiden avonturier genaamd Gustave. Hij logeert in herberg ‘De Zonnedauw’. Hier werken Jochem en Doortje. Na een paar dagen hier overnacht te hebben, besluit Gustave om zijn reis voort te zetten en hij wil daarom tijdig in de haven van Antwerpen geraken. Van hieruit vertrekt zijn schip naar Zuid-Amerika, waar zijn geliefde Dolores op hem wacht. Om zo snel mogelijk in Antwerpen te geraken helpt Jochem Gustave om de gevaarlijke Zompige Heide nabij de herberg over te steken.

De Zompige Heide is niet bepaald een plek waar de dorpelingen graag vertoeven, het zou er namelijk spoken. Mythische Witte Wieven zouden dit gebied beheersen. Na een stevige wandeling bereikt het duo de ingang van een ondergrondse gang. Jochem durft niet naar binnen, maar Gustave is veel te nieuwsgierig en gaat op verkenning. In de grot vindt hij een prachtige goudklomp. Ondanks de verschillende waarschuwingen, afkomstig van de mysterieuze Witte Wieven, steekt Gustave het goudklompje toch in zijn zak en zet het op een rennen. Dolgelukkig met de goudklomp vervolgt hij zijn reis naar Zuid-Amerika.
Wanneer hij enkele jaren later terugkeert, blijkt al snel dat de eenvoudige en bescheiden Gustave er een luxueuze levenstijl aan heeft overgehouden na de verkoop van de goudklomp. Hij is niet langer die bescheiden man die hij ooit was, maar is veranderd in een hebzuchtige man. Hij moest en zou meer goud opdelven dan hij ooit had kunnen dromen.

Daarom liet hij een prachtig mijncomplex bouwen, genaamd Baron 1898. Hij liet zich voortaan ook aanspreken als Baron Hooghmoed. Met de belofte van roem en rijkdom lieten heel wat streekbewoners zich verleiden om in de mijn te gaan werken als kompel (mijnwerker).

In het begin leek alles vlotjes te verlopen, maar al snel stapelden de vreemde gebeurtenissen zich op. De Witte Wieven stelden alles in het werk om het goud te behouden. Ze saboteerden alle machines en joegen de kompels, die ondergronds werkten, de stuipen op het lijf. Diegenen die niet meer terug naar beneden durfden of die ook maar enige kritiek durfden te uiten over de Baron en zijn beleid, werden op staande voet ontslagen. Gelukkig voor Baron Hooghmoed kan hij steeds rekenen op een enorme instroom van nieuwe kompels (lees: bezoekers van de Efteling).

 

Wie het volledige verhaal wil lezen, moet zeker eens deze link checken. Het boek is verkrijgbaar in de Efteling en in de betere boekenzaak.