Boekrecensie: Baron 1898

In mijn vrije tijd, wanneer ik niet in een pretpark vertoef, lees ik wel eens graag een boek. Dit keer was het de beurt aan ‘Baron 1898’, een 170 pagina’s tellende roman, geschreven door Jacques Vriens (uitgeverij Unieboek in samenwerking met de Efteling). 

 

‘Baron 1898’ is de nieuwste achtbaan (Dive coaster) in de Efteling. Heel wat elementen van het verhaal zijn verweven in de attractie zelf, denk maar aan het personage Baron Hooghmoed, de Witte Wieven en de kompels. Maak kennis met het verhaal achter deze attractie in dit boek.

 

Mijn eerste indruk, toen ik het boek uit zijn verpakking haalde, was alvast positief. De cover van het boek is prachtig vormgegeven met een mooie tekening, afgewerkt met gouden versieringen. Op de achtergrond zien we de toren (lifthill) van de gelijknamige achtbaan, het mijngebouw en de fabriek waar de grondstoffen werden behandeld. Op de voorgrond zien we 2 figuren (kinderen); dit zijn Doortje en Jochem, waarover ik je wat verder in dit artikel nog meer zal vertellen.

 

Bovenaan zien we 2 cirkels staan, eentje met het hoofd van Baron Hooghmoed en eentje met een schop en een houweel, wat verwijst naar de kompels (werknemers) die dagelijks in de mijn afdaalden. Centraal op de tekening zien we een banner met de titel van het boek, met net daarboven een glinsterende goudklomp en een witte wief (vrouwelijke geest).

De schrijver hanteert een vlotte schrijfstijl. Als lezer wordt je echt meegezogen in de 19de eeuw. Aan de hand van ontelbare details weet Jacques deze wereld goed te omschrijven. Ik heb het boek op 2 dagen uitgelezen, zo vlot las het.

Op de achterkant zien we nogmaals een kleine illustratie van de achtbaan en de goudklomp. Onderaan zien we de zwarte schim van Baron Hooghmoed. De achtergrond, waarop de samenvattende tekst op geprint staat, heeft de vorm van een perkament, zeer tof om op te merken hoe de vormgever let op de talloze kleine details, die aan de lezer perfect de sfeer van het verhaal weergeven.

Dit boek volgt de belevenissen van 2 kinderen, genaamd Jochem en Doortje. Ze groeien samen op als beste vrienden en zijn beide werkzaam in dezelfde kleine herberg die de naam “de Zonnedauw” draagt. Op een dag stapt er een vreemdeling binnen. Zijn naam is Gustave Hooghmoed, maar met die achternaam wil hij niet geassocieerd worden, aangezien hij daar vroeger vaak mee werd gepest.

 

Hij vertelt urenlang over zijn omzwervingen en verre reizen aan Jochem. Wanneer Gustave de volgende dag besluit zijn reis verder te zetten, helpt Jochem hem over de gevaarlijke nabijgelegen zompige Heide. Na een tijdje wandelen, ontdekt Gustave een donkere grot onder de beruchte heksenheuvel. De dorpsbewoners waagden zich daar al eeuwen niet, het zou er namelijk spoken. Ondanks al de enge spookverhalen over de Witte Wieven won Gustave’s nieuwsgierigheid het al snel van zijn angst. Eenmaal in de grot, verscheen er een witte wief (geest) voor zijn neus. Ze waarschuwt hem: ‘Neem niets mee uit deze grot’, zei ze met een hoge, koude en ijzingwekkende stem.

Maar de hebzuchtige Gustave kon het niet laten om toch een goudklompje in zijn zak mee te nemen.

Wanneer hij 4 jaar later terugkeert als “Baron Hooghmoed” (door zijn vergaarde rijkdom, liet hij zich vanaf toen liever aanspreken als “Baron Hooghmoed”  in plaats van met de volgens hem ordinaire naam “Gustave”) naar dit dorpje, kocht hij het grondgebied van het zompige moeras op en bouwde er een reusachtige goudmijn, met maar 1 doel: zo veel mogelijk goud opdelven.

 

Deze mijn heeft uiteraard mijnwerkers (kompels) nodig. De Baron belooft daarom aan alle dorpsbewoners een berg goud als ze in zijn mijn zouden komen werken. Zoveel rijkdom, dat zagen de dorpsbewoners wel zitten, ze leefden namelijk al jaren in armoede.

 

Maar er is iets vreemds gaande in de duistere dieptes van de mijn. Zouden de wieven zijn teruggekeerd om wraak te nemen omdat de Baron uit is op het goud? Je ontdekt het allemaal in dit spannende boek.

 

Een zeer leuk detail is dat wanneer er zich bepaalde hoofdstukken volledig ondergronds afspelen (en de Witte Wieven altijd in de nabijheid zijn), de pagina’s ook zwart gekleurd zijn met een bijpassend mooi wit lettertype in plaats van de standaard witte pagina met zwarte letters. Dit verwijst naar de donkere onderaardse gangen van de mijn.

Kortom, dit boek is een ideale toevoeging aan de collectie van iedere Efteling-fan. Dit boek is geschikt voor zowel de jonge lezer als de volwassen lezer.