In de kijker: Het Efteling Sprookjesbos – Doornroosje

Iedereen die in de Efteling is geweest kent ongetwijfeld het Sprookjesbos. Dit beboste parkgedeelte (Het Marerijk) maakt al onderdeel uit van het park sinds het ontstaan ervan. De allereerste sprookjes, ontworpen door Anton Pieck en Peter Reijnders, openden op 13 mei 1952. Ze vormden de basis voor het succes dat de Efteling sindsdien kent. Alle sprookjes (of scenes eruit) worden uitgebeeld in een tafereeltje in openlucht. Dit gebeurt aan de hand van animatronics, projecties, beelden of fonteinen. Door de luidsprekers klinkt het volledige sprookje. In deze “In de kijker: het Efteling sprookjesbos”, nemen we dit speciale gebied onder de loep. De komende woensdagen wordt er een sprookje toegelicht. Vandaag beginnen we met de geschiedenis en het eerste sprookje Doornroosje.

 

Geschiedenis:

 

In het begin was het sprookjesbos niet meer dan een theehuisje met een speeltuin. Toen kwam men op het idee om een sprookjestuin in te richten. Peter Reijnders, die wel wat van techniek kent door zijn functie bij het bedrijf Philips, sloeg de handen in elkaar met Anton Pieck (een destijds bekende illustrator van sprookjesboeken).

Bij de opening waren er 10 sprookjes te zien, namelijk “Doornroosje, Sneeuwwitje, de Kikkerkoning, de Magische Klok, de Chinese Nachtegaal, het stoute prinsesje (of de sprekende papegaai), De zes dienaren, het kabouterdorp, de put van Vrouw Holle en de kleine boodschap.

Het sprookjesbos kent momenteel 29 verschillende sprookjestaferelen. Tussen de sprookjes door vind men in totaal 19 muzikale paddenstoelen. Dat de Efteling enorm veel belang hecht aan thematisatie, merk je al bijvoorbeeld bij de vuilbakken, deze zijn prachtig vormgegeven als een holle bolle Gijs die lustig roept naar elke voorbijganger “Papier hier, papier hier”.

 

De Efteling koos bewust om meteen de spannendste (of meest emotioneel geladen) stukken uit het sprookje in kwestie te laten zien aan de bezoeker en niet zozeer het begin of het einde.

 

Weetje: Wist je dat de oorspronkelijk geschreven sprookjesverhalen waren vol met geweld, seks en gruwelijkheden en niet zozeer de vrolijke verhaaltjes die we aan onze kinderen vertellen bij het slapengaan. Deze zijn namelijk de opgekuiste versies en dus ook de versies die instanties zoals Disney en de Efteling hanteren.
De Efteling biedt de bezoeker ook vaak de mogelijkheid om te genieten van een speciale sprookjesshow in het openlucht theater dat centraal gelegen is in dit grote bos.

 

Doornroosje (1952):
Het eerste sprookje dat je destijds tegen kwam, wanneer je het sprookjesbos via de heksenpoort betreedt, was Doornroosje. (één van heksen die de poort destijds sierde, is nog steeds aanwezig in het bos). De dag van vandaag heeft het bos meerdere ingangen. Je kunt haar en haar personeel vredig zien slapen in het grote witte kasteel met de 5 torens. Bij de opening van het sprookjesbos kon de bezoeker enkel maar het kasteel aanschouwen, de verschillende figuren zoals Doornroosje en de schildwacht en de kok werden pas een jaar later toegevoegd. Een leuk detail is het feit dat door een technisch vernuftig trucje de slapende pop van Doornroosje lijkt te ademen doordat de buik op en neer gaat. In 1980 blijkt dat het kasteeltje begon te verzakken, er werd besloten om dit af te breken en een volledig nieuw te bouwen (eentje van steen i.p.v. hout). De Efteling zag zijn kans om het tafereeltje uit te breiden met een animatronic van de heks aan het spinnenwiel. Enkele jaren later werd er aan de voet van het kasteel een boek toegevoegd, waarop het sprookje geschreven staat in 4 verschillende talen.
Verhaal:
Er was eens een koning en een koningin, die leefden heel gelukkig in een koninkrijk hier ver vandaan. Hun enige wens was een kindje. Op een dag nam de koningin een bad in de vijver naast het kasteel. Toen ze daarna door de rozentuin van het kasteel wandelde, kreeg ze een opmerkelijk bezoekje van een kikker. Deze verkondigde haar dat haar wens zou uitkomen. Toen het prinsesje werd geboren kreeg ze de naam Doornroosje, wat verwijsde naar de vele doornrozen in de paleistuin. Het koningspaar gaf een groot feest waarop alle belangrijke personen uit het koninkrijk waren uitgenodigd. In zijn enorme rijk leefden ook dertien feeën. Er was maar echter 1 probleem, feeën eten alleen maar uit gouden borden. De koning had echter maar twaalf gouden borden in zijn bezit. Daarin besloot hij om er eentje niet uit te nodigen. De twaalf anderen spraken op het feest elk een wens uit voor Doornroosje, maar nog voor de laatste fee haar wens kon uitspreken, verscheen de dertiende fee. Die was echter zo kwaad dat ze niet is uitgenodigd, dat ze het prinsesje vervloekte. Ze sprak de inmiddels beroemde woorden “wanneer Doornroosje de leeftijd van 16 bereikt, zal ze zich prikken aan een spinnewiel en sterven”. De twaalfde fee, die haar wens nog niet had uitgesproken kon de vervloeking helaas niet ongedaan maken. Gelukkig sprak ze een spreuk uit die ervoor zorgde dat Doornroosje door de vloek niet zou sterven, maar net zoals iedereen in het kasteel terecht zou komen in een 100 jaar durende slaap.

 

Toen Doornroosje zestien werd, ontmoete ze een oude vrouw in één van de torens van het paleis. Het oude vrouwtje was aan het spinnen op een spinnenwiel. Toen Doornroosje aan haar vroeg of ze het ook eens mocht proberen maakte ze onmiddellijk plaats. Tijdens haar poging prikte Doornroosje zich aan de spoel van het wiel. Plotsklaps viel iedereen (Doornroosje, het koningspaar, de lakeien, de hofdames, de schildwachten, de kok en personeel) in een diepe slaap. Honderd jaar lang was het kasteel gehuld in een roes van gesnurk. Ook de tuinmannen waren onderhevig aan deze slaap, daardoor groeien de doornrozen in de paleistuin uit tot een haast ondoordringbare haag rondom het kasteel.

Pas wanneer honderd jaar later een prins zich een weg baande doorheen deze doornhaag en het kasteel wist binnen te dringen ontstond er weer hoop voor dit koninkrijk.
Eenmaal binnen in het kasteel ontdekte de prins al snel de slapende Doornroosje. Hij werd onmiddellijk verliefd en wekte haar met een passionele kus.
Iedereen ontwaakte terug en ging verder met zijn werk alsof er nooit iets gebeurd was.
De prins en Doornroosje trouwen en leefden nog lang en gelukkig.