Sfeerverslag: Parc Asterix – 10/06/2016

Parc Asterix, een prachtig park gelegen in Frankrijk dat bol staat van de humor en prachtige aankleding, dat zou vandaag onze bestemming worden. 5.00 uur de wekker loopt af, pff, was ik maar niet zo laat gaan slapen, vervloekte ik mezelf. 5.40 uur de bus op richting Mechelen. Op de bus amper de ogen kunnen openhouden, maar toch vol opwinding dat ik eindelijk opnieuw Ons Iris en consorten zal kunnen doen. 6.18 uur, we komen aan in Mechelen, waar Tim, de man met het strooien hoedje al ongeduldig stond te wachten. Het was voor hem een eerste keer dat hij met ons zou mee gaan. Even later arriveerden Bert en Koen ook op de vertrekplaats en konden we de rit aanvatten. Na onderweg mee te zingen met K3, af en toe indommelen en opnieuw meezingen, zagen we eindelijk Ons Iris opduiken. Oef, we zijn er bijna.

Ongeveer 09.25 uur stonden we al aan het park. We hoopten op een rustige dag, want daarvoor hadden we verlof genomen. Even langs de infobalie lopen om onze Fort Fun coupons in te ruilen en dan de mainstreet in. Een gezellige troep stond samen met ons te wachten tot de hekken zouden openen. De sfeer van het park overviel ons al, de muziek, aankleding enzovoort zorgden meteen voor de juiste stemming.

Klokslag tien uur openden de hekken en de massa kwam in beweging, de grootste hoop liep resoluut richting OzIris , wij daarentegen namen de afslag aan de Trace van de hoeren, ik bedoel La Trace du Hourra. De wachtrij konden we gewoon doorwandelen, tot net voor het stationsgebouw. Enkele minuten later stapten we in voor een superleuke rit. Dit blijft mijn favoriete bobslee coaster.

Onze volgende attractie werd opnieuw een achtbaan, eentje dat volledig gereviseerd werd. SOS Numerobis. Ze is niet groot, ze is niet intens, maar ze is gewoon een leuk tussendoortje.

Het viel enorm op dat men in Parc Asterix volledig meeleefde met het voetbal gebeuren, alle operators en operatrices droegen de nationale driekleur op hun gezicht.

Le moment Suprême is aangebroken. OzIris lokte ons richting een poortje, dat meestal gesloten blijft, de single riders wachtrij. Amper wachtenden voor ons en na enkele minuten konden we al vertrekken voor een eerste ritje. Wauw, dit is toch een echte topper, die first drop waar je gewoon ingezogen wordt, gevolgd door de inversies en de tunnel. Zo moet een achtbaan zijn. Dit vroeg om enkele encore ritjes.

Even iets anders nu, L’Oxygenarium. Een topper van een waterattractie. Ook hier amper last van een wachtrij, kwartiertje ofzo. Ooh wat vind ik deze toch geweldig, het spinnen van de bootjes, het gevoel over de rand te vliegen, geweldig.

Transdemonium, een zeer speciaal spookhuis, opnieuw zo eentje dat ik nooit oversla.

Wat ik ditmaal wel oversloeg was Goudurix, ik had deze Vekoma nog steeds niet vergeven dat hij de laatste maal mijn stretch uit mijn oor sleurde. Koen en Tim hadden het park nog nooit bezocht, dus zij waagden zich wel aan een ritje. De wachtrij hier schoof niet echt door, er stond maar een treintje op de baan, in tegenstelling tot de rest van het park, zat de capaciteit hier vandaag niet echt goed. Na hun ritje konden Koen en Tim enkel maar beamen waar Bert en ik hen al voor waarschuwden, dit is echt geen soepele achtbaan.

Next up, Tonnerre de Zeus.  Weer een achtbaan met een behoorlijke reputatie vanwege de wildheid. Bert en ik veroverden een plekje front seat, nadat we de wachtrij gewoon konden doorwandelen. De rit vertrok en ik zette me al schrap, want ik herinnerde me de blauwe plek die ik de laatste maal over hield aan deze woodie. De lifthill liep ten einde, ik zette me schrap voor de intense first drop, recht de tunnel in. Damn, wat een snelheid en airtime, pijnlijk was ze ditmaal niet echt, maar wel lekker wild. Zotte shit, is een uitdrukking die hier echt wel op zijn plaats is.

We kwijlden al even op Discobelix, de nieuwe Disk’O coaster. Ook hier heeft Parc Asterix bewezen wat theming is, ongetwijfeld de mooiste in zijn soort. Ook het water en vuureffect zijn top toevoegingen.

Amper middag geworden en toch al een zeer groot deel van het park afgewerkt, we besloten dan ook wat opvulattracties mee te pikken, die we op drukke dagen links zouden laten liggen. Riviere d’Elis is daar zo eentje van. Een rustig boottochtje, beetje “Mack” zelfs. (inside joke). Het gezellige ronddobberen zorgde voor een beetje rust. Echt wauw is deze attractie niet, maar de operatrice was dat wel, mooie ogen, lieve lach, tja, dat werd een dubbel ritje.

Hydre de Lerne, een Octopuss attractie, die op het eerste zicht ook Mack lijkt, maar dat is hij helemaal niet. Op en neer, maar vooral swingen met de bakjes, maakt het een leuk ritje.

Hierna was het tijd voor de nieuwelingen om hun laatste credit binnen te halen, Vol D’Icare. Voor mij geen echte topper, voor Bert ook niet, wij besloten dan ook over het hekje te gaan piepen of er al iets te merken viel van de bouwwerken aan de nieuwe achtbaan die volgend jaar zou openen.  Maar over de hekken was er niet veel te zien.

Le Cheval de Troie, een klein vliegend tapijt, maar onderschat het niet. Als je instapt denk je nog, ach dit wordt niet intens, maar eens vertrokken… Wat een airtime, intensiteit en wildheid.

Het beste aan de rit was het kijken naar wat een grote oppervlakte vrij gemaakt wordt voor de nieuwe achtbaan, jammer genoeg wordt er weinig info gegeven hierover, enkel een concepttekening die impliceert dat het eentje à la Firechaser in Dollywood zou kunnen worden.

Tijd voor een waterattractie, het zonnetje stond al hoog aan de lucht en zorgde er voor dat het zomers warm was. We besloten dan ook plaats te nemen in Romus et Rapidus. Een van de zwakste Intamin Rapids, maar toch goed genoeg voor een nat pak.

Tijd nu voor de attractie met de meeste voorshows van het park, La Defi de Cesar. Een prachtig staaltje theming. De uiteindelijke madhouse mag dan op gebied van illusie niet de sterkste zijn, dit is en blijft een aanrader.

Nog meer water vonden we bij Le Grand Splash. Onverwacht zorgde enkele goed gerichte effecten al voor een natte broek, maar het was vooral de grote splash en het front seat zitten, dat voor de nodige afkoeling zorgde.

Nog niet genoeg water gezien, werd het nu tijd voor Menhir Express. De boomstamattractie en wat voor eentje. De eerste drop indoor maakt dit een geweldige attractie, kletsnat waren we al, maar toen moest de grootste drop nog komen. Tim had het geluk als nieuwkomer frontseat plaats te nemen en ving dan ook de grootste golven op.

Tijd om nog eens een opvullertje te doen. La Petite Tempete, een zogenaamde Koggenmolen. Bij deze attractie gaat het snel, maar niet achteruit.

En zo kwamen we weer bij het begin uit. We schoven aan voor een tweede ritje op La Trace du Hourra. Overtuigd dat we ook ditmaal elk een bakje konden nemen, aangezien er toch geen volk stond. Maar dat was buiten miss Bitchy gerekend, die ons op een zeer onvriendelijke manier verzocht met twee per bakje te gaan zitten. Gelukkig maakt het ritje veel goed. Opnieuw aangekomen in het station, geen volk aan de hekjes, effe kijken naar de mannelijke operator, die ons teken deed dat blijven zitten geen probleem was. MAAR, de troula aan de andere kant, die al niet kon verdragen dat we apart wouden zitten, zette onmiddellijk een domper op de vreugde, door ons er bijna letterlijk uit te jagen.

Lichtelijk op onze tenen getrapt, betraden we dan maar de theekopjes, waar we vergezeld werden door enkele kindjes. Altijd een leuk tussendoortje.

Meer dan een tussendoortje was National 7, een autoritje met enorm veel aankleding en humor. Wie denkt dat autoritjes stom zijn, wordt hier het tegendeel bewezen.

En zo werd het weer tijd voor de topper OzIris. Ditmaal was de single riders afgesloten, maar enorm erg vonden we dat niet, want de wachtrij op zich is al de moeite waard.

We besloten hierna opnieuw richting de nieuwigheid te wandelen, onderweg nog even grappend vragen of iemand zin had in een tweede ritje Goudurix, maar dat bleek vreemd genoeg niemand aan te spreken.

Tim en ik kregen toch wel zin in een tweede ritje Tonnere, of moet ik zeggen Tonnen air-time? We konden zonder aanschuiven back seat plaats nemen. Al vanaf de first drop vlogen we uit onze bakjes omhoog, elk heuveltje gaf een flinke portie airtime, mijn reet raakte amper het stoeltje. In de bochten gooide de achtbaan ons genadeloos heen en weer, echt out off control. Wauw, zo herinnerde ik me deze achtbaan, knallen, racen en insane. Dit alles zonder echt pijnlijk te zijn, al kunnen we ze niet echt soepel noemen, deze woodie vergeef ik toch wel wat.

En dan tijd voor Discobelix. Prachtige theming, super effecten, maar ooh wat een lage capaciteit. Het ritje zelf begon zeer traag, waar andere van deze soort meteen rond draaien, begint deze met zachtjes heen en weer te rijden, hoe mooi hij ook is, ik mistte toch wat intensiteit, die ik op andere Disk’O coasters gewend ben.

Het einde van de dag begon jammer genoeg in zicht te komen. Toch besloten we de monorail in te duiken. Les Espions de Cesar. Zeer leuk als tussendoortje. De operatrice vroeg ons met twee in een bakje plaats te nemen. Ze vroeg met wie ik wou plaats nemen, ik zei met jou, maar spijtig genoeg ging ze niet op mijn voorstel in.

Na ons ritje, wandelden we nog even door La Fôret d’Idefix. Hier was niet veel bedrijvigheid te zien, toch draaiden alle attracties, zelfs zonder dat er iemand in zat, wat we een beetje bizar vonden.

Onze laatste attractie werd het boottochtje Epidemais Croisiere. Een tochtje dat je meeneemt langsheen dolkomische taferelen, zo weg gelopen uit de Asterix en Obelix strips.

Om af te sluiten sluierden we door de straatjes van het Gallische dorp.