Dinsdag 3 oktober 2023 is een bijna 3-jarig aardvarkenmannetje tijdelijk vanuit Koninklijke Burgers’ Zoo naar de dierentuin van Keulen vertrokken. De logeerpartij heeft een opmerkelijke reden: bij toeval telt de Europese dierentuinpopulatie van aardvarkens bijna twee keer zoveel vrouwtjes als mannetjes. Burgers’ Zoo coördineert het Europese populatiemanagementprogramma voor deze diersoort en hoopt dat het Arnhems mannetje in Duitsland voor nageslacht gaat zorgen.
Een bijzondere situatie vraagt creatieve ideeën
Aardvarkens worden in Europa in slechts 29 dierenparken gehouden die zijn aangesloten bij de Europese Dierentuinvereniging EAZA. In totaal gaat het om 64 dieren: 22 mannetjes en 40 vrouwtjes, plus 2 jonge dieren waarvan het geslacht nog onbekend is. Er zijn op dit moment bij toeval bijna twee keer zoveel vrouwtjes als mannetjes in Europa. Om met het oog op de toekomst een genetisch zo gevarieerd mogelijke dierentuinpopulatie te houden, onderzoekt coördinator Burgers’ Zoo diverse creatieve ideeën.
Arnhems aardvarken logeert tijdelijk in Keulen
In Burgers’ Zoo leeft sinds 4 april 2023 een bijna 3-jarig mannetje dat geboren is in het dierenpark van Longleat (Engeland) samen met een 3,5-jarig vrouwtje uit Frankfurt (Duitsland). Uit recent onderzoek is gebleken dat het mannetje over actieve zaadcellen beschikt. Het mannetje gaat tijdelijk logeren in het dierenpark van Keulen (Duitsland), waar twee vrouwtjes leven. In het ideale scenario leidt dit tot nageslacht in beide landen.
Veel ervaring met aardvarkens
Burgers’ Zoo coördineert het Europese populatiemanagementprogramma voor aardvarkens. Het Arnhemse dierenpark heeft veel ervaring met het houden van deze bijzondere diersoort en in het verleden dankzij vele geboortes een belangrijke bijdrage geleverd aan de dierentuinpopulatie van deze soort in Europa. Aardvarkens zijn niet makkelijk te houden en stellen onder meer veel eisen aan hun leefomgeving en dieet. Ook het succesvol laten grootbrengen van de jongen door de ouderdieren vereist de nodige kennis en ervaring.
Video Ruben Huis in ’t Veld / Koninklijke Burgers’ Zoo
Foto Mira Meijer / Koninklijke Burgers’ Zoo