Op 31 augustus, dag 54 in de broedtijd, verscheen de eerste barst in het grote koningspinguïnei in ZOO Antwerpen. Na zo’n 72 uren wriemelde het kuiken zich met wat hulp van de verzorgers uit zijn eierschaal in de broedmachine. De koningspinguïn werd na de geboorte terug onder de poten van één van de ouders geplaatst. Daar kan het lekker warm onder de huidplooi opgroeien. De ouders voederen het kuiken om beurten. Het bruingrijze kopje is de eerste weken door de geduldige bezoekers te spotten tussen de poten van zijn ouders. Dankzij DNA uit opgedroogde bloedvaten van de eierschaal weten de ZOO-wetenschappers dat het kuiken een jongen is. Het resterend biologisch materiaal wordt bewaard in de internationale Biobank voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek.
Twee eieren lagen oorspronkelijk in de broedmachine van Vriesland lekker warm te wezen onder de rode lamp. Al snel bleek één ei onbevrucht, maar in het andere was een mooi vruchtje aan het groeien. Om door de eierschaal te kunnen speuren, verlichten de verzorgers het ei met een lamp zodat de inhoud zichtbaar wordt. Koningspinguïneieren worden weggehaald bij de broedende koppels en verhuizen naar de veilige en warme broedmachine om hen extra te beschermen. “Zowel moeder als vader broeden afwisselend op hun ei en bij een wissel is een ongelukje snel gebeurd” vertelt verzorger Heidi. Om dat te vermijden kiest ZOO Antwerpen voor de veilige broedmachine. Ondertussen krijgen de koppels een nepei uit kalk onder zich en mogen ze lekker verder broeden. Het echte ei wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de verzorgers. Ze houden de evolutie van het kuiken en het vochtverlies bij. Het ei gaat om de twee dagen op de weegschaal want het gewicht moet stilletjes aan afnemen. Het vocht verdwijnt en uiteindelijk kipt het kuiken uit zijn ei.
De eerste barst
Als de kipdatum nadert -de datum waarop het kuiken uit het ei zou moeten breken- kijken de verzorgers reikhalzend uit naar de eerste barst. Het ei verhuist dan naar de kipkast omdat daar buiten de temperatuur ook de hoge vochtigheid bepaald kan worden. Doorgaans heeft een ei van koningspinguïns tussen 52 en 62 dagen broedtijd nodig.
170 gram
Dit kuikentje geraakte helemaal uit het ei op dag 58 en woog op dat moment 170 gram. “Het is een flinke, levendige pinguïn. We hebben hem wel wat moeten helpen bij het uitkippen. Het kleintje was een paar dagen eerder al beginnen pikken. Op een gegeven moment hebben we zelf wat gepeld en het kopje eruit gehaald, net als in de natuur waar de ouders helpen. En dan was het wachten tot de dooier verdwijnt in het lichaam. Die hangt aan het kuiken met een soort van navelstreng en doet dienst als eerste voeding”, gaat Heidi verder. Eens uit het ei bracht het kleintje een nacht in de broedmachine door. ’s Ochtends is het naar de ouders gebracht.
Onder de huidplooi
“Het is belangrijk om het kuiken onder de ouder te zetten die op dat moment aan het broeden is.” Dat was in dit geval de mama. “Nu lossen de ouders elkaar al mooi af en tonen ze erg veel interesse. Ze voederen het kleintje goed en regelmatig. Hiervoor krijgen ze vette haring gevoederd.” Pinguïns hebben onderaan een huidplooi die volledig kaal is. “We noemen dat de broedplek. Dat is een fel doorbloede plek waar veel bloed door stroomt en het dus lekker warm is. Eigenlijk is het vergelijkbaar met een kleine broedmachine”, lacht Heidi.
Jongen of meisje?
ZOO Antwerpen weet al snel of het een jongen of een meisje is. Normaal wordt het geslacht bij pinguïns later bepaald door DNA-analyse van een veertje of van speeksel. “Maar om dat te verzamelen moet je het jong en de ouders storen”, legt conservatiegeneticus Philippe van Antwerp ZOO Centre for Research & Conservation (CRC) uit. “Door DNA uit opgedroogde bloedvaatjes van de eierschaal te analyseren, kunnen we minder ingrijpend werken. Beter voor de dieren! Bovendien zijn we zo sneller en juister. Donsveren durven al eens mindere uitslagen opleveren. Dit kuiken is een mannetje.” De verzorgers kozen hun top drie van namen met een X: Xabi, Xia en Xin. Iedereen kan via de Facebookpagina van ZOO Antwerpen zijn/haar stem uitbrengen.
In de vriezer
“Het overige materiaal van de eierschaal wordt bovendien in de Biobank van ZOO Antwerpen ingevroren”, vertelt Philippe verder. De EAZA-Biobank in Antwerpen bestaat concreet uit een verzameling biologische stalen die worden bewaard in speciale supervriezers met een temperatuur van -80 Celsius. “De verzamelde biologische stalen worden gebruikt voor DNA-onderzoek met als doel het beheer van dierentuinpopulaties te verbeteren en voor genetisch onderzoek dat bijdraagt aan het behoud van de biodiversiteit. Bovendien is de Biobank opgericht om wetenschappelijk onderzoek door externe wetenschappers te faciliteren.” ZOO Antwerpen biedt zo een professionele service voor de Europese dierentuinen en wetenschappers, en nu ook met uitgebreid koningspinguïnmateriaal.
TIP De ganse kolonie koningspinguïns in Vriesland telt elf koppen: zes mannen en vijf vrouwen. Dit nieuw, jonge gezinnetje kan je meestal spotten achteraan links van het verblijf.