Een unieke gebeurtenis in Safaripark Beekse Bergen. Cheeta’s Sara en Kate zijn bevallen van respectievelijk vier en drie welpjes. Kate heeft vlak na de geboorte de jongen van Sara geadopteerd, omdat zij vanwege haar gezondheid niet voor de jonkies kon zorgen.
“Dit is echt een bijzondere situatie, die bij ons nog nooit is voorgekomen. Sara deed het prima, maar we zagen haar gezondheid steeds verder achteruitgaan. Daardoor kon zij niet meer voor haar jongen zorgen en is er een welpje uiteindelijk ook overleden”, vertelt dierverzorger Mariska Vermij – Van Dijk. Ze vervolgt: “Kate beviel een dag later, waarna we besloten om de drie jongen van Sara bij haar nestje te leggen.”
“Kate accepteerde de welpjes gelijk en zorgt er uitstekend voor. Zes jongen is wel veel om te voeden, dus we geven ze wat extra voer, maar verder zorgt Kate goed voor zowel haar eigen jongen als haar pleeg-welpjes. Ook met Sara gaat het inmiddels weer een heel stuk beter”, zegt Vermij – Van Dijk. In totaal gaat het om vier mannetjes, die de namen Pikachu, Onix, Jynx en Ajabu hebben gekregen, en de twee vrouwtjes Nyah en Bomani. De zes jonkies en Kate zullen snel hun buitenverblijf gaan ontdekken.
Coördinator van managementprogramma
De populatie van de cheeta, ook wel jachtluipaard genoemd, neemt af. In het wild leven momenteel nog maar zo’n 7.000 volwassen dieren. Deze diersoort valt dan ook in de categorie ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst van IUCN. Om te zorgen voor een gezonde populatie van cheeta’s in dierentuinen, is er een managementprogramma, ook wel fokprogramma genoemd.
Safaripark Beekse Bergen is de trotse coördinator van dit programma. “Dat betekent dat we goed kijken welke dieren het beste gekoppeld kunnen worden om zo gezonde jongen te krijgen. Het is prachtig dat die kennis ook resultaat heeft in ons eigen park. De geboorte van deze zes welpjes is fantastisch, zeker ook omdat de vaders, Ash en Rowan, in het kader van het managementprogramma naar ons park zijn gekomen”, aldus Vermij – Van Dijk.
Aangepast aan het jagen
Cheeta’s komen in het wild voor in een groot deel van Afrika. Daar leven deze dieren op savannes. Deze diersoort heeft een voorkeur voor gebieden met schuilplaatsen, vanwaar hij prooien kan besluipen. Het lichaam van de cheeta is aangepast aan het jagen. Door een slanke, flexibele en gespierde bouw kunnen deze dieren een topsnelheid van gemiddeld honderd kilometer per uur halen.
De cheeta is te herkennen aan zijn lichtgele vacht, die bedekt is met ronde, zwarte vlekken. Van de binnenste ooghoeken tot de mond hebben cheeta’s een zwarte streep lopen. De staart van deze dieren is gevlekt, maar heeft bij de top een aantal zwarte ringen en eindigt in een zwarte punt. De vorm van de ringen en de hoeveelheid verschilt per dier, iets dat vergelijkbaar is met de vingerafdruk van een mens.