Leeuwenwelpen Burgers’ Zoo immuun voor katten- en niesziekte

Woensdagochtend 30 september heeft dierenarts Luten van Koninklijke Burgers’ Zoo de twee leeuwenwelpen voor de tweede en laatste maal tegen katten- en niesziekte geënt. De welpen hebben een ‘booster’ gekregen met een tussentijd van drie weken, zodat ze voortaan immuun zijn voor deze veelvoorkomende ziekte.

 

Felle katten

Inmiddels zijn de jonge leeuwen negen weken oud. Burgers’ Zoo wil deze grote katachtigen zo natuurlijk mogelijk houden, wat onder andere betekent dat de dierverzorgers normaal gesproken altijd afstand tot de dieren bewaren. De welpen zijn niet gewend door mensenhanden aangeraakt te worden en daarom reageren ze fel: precies zoals ze in het wild zouden doen. Deze alerte reactie toont tevens aan dat de dieren kerngezond zijn.

 

Terugkeer in de groep

Ook in het wild zondert een drachtige leeuwin zich af, zodra ze voelt dat ze moet werpen. De eerste weken blijft ze dicht in de buurt bij haar welpen, waarvoor op die zeer jonge leeftijd zelfs soortgenoten gevaarlijk zouden kunnen zijn. Na enige tijd zoekt de leeuwin met haar kroost weer de groep op en zo’n terugkeer verloopt niet altijd zonder slag of stoot. De andere leeuwen zijn nieuwsgierig naar de jongen, terwijl moeder ze met hand en tand wil verdedigen. Meestal keert de rust snel weer na een paar tikken over en weer, venijnige grommen en wat schijnaanvallen van de moeder om de rest op afstand te houden.

 

Stapsgewijs de natuur haar gang laten gaan

Burgers’ Zoo wil de natuur stapsgewijs haar gang laten gaan. Na de tweede enting zijn de welpen klaar voor de kennismaking met hun volwassen soortgenoten. In Arnhem leven naast hun moeder nog een leeuwin en een leeuwenman. Één voor één worden de andere leeuwen aan de welpen geïntroduceerd. Vanaf vandaag zijn moederleeuw en haar jongen weer onderdeel van de groep en zichtbaar voor het publiek.