In ARTIS hebben vijf Hudson Bay wolven (Canis lupus hudsonicus) zich voor het eerst buiten hun hol laten zien. De ondersoort die ARTIS heeft – de Hudson Bay wolf uit Canada – heeft een witte vacht, maar bij de geboorte is de vachtkleur donker. Pas na enkele jaren zijn de wolven net zo wit als hun ouders. De welpen zijn bij de geboorte nog doof, blind en hulpeloos. Na tien dagen openen ze hun ogen en beginnen te kruipen. Vervolgens staan en lopen ze en verlaten na drie weken voor het eerst het meterslange gangenstelsel om hun omgeving te verkennen. Tot voor kort wist de dierverzorger niet hoeveel welpen er waren geboren. Wel was er gepiep uit het hol waargenomen. De welpen scharrelen onder toezicht van hun ouders rond het hol.
Groeien
De welpen groeien snel en moeten groot en sterk zijn voordat het winter wordt. Volwassen zijn de wolven na twee jaar. Voorlopig leren de opgroeiende welpen tijdens het spelen allerlei handelingen die ze later nodig zullen hebben. De interacties die ze hebben, bepalen ook al grotendeels welke status ze in de groep zullen hebben. Binnen een roedel is er een alfa-koppel dat alleen jongen krijgt. De andere ondergeschikte leden, vaak de nakomelingen van het alfapaar, helpen mee bij het voeden en beschermen van de jongen.
Zangkoor
Wolven verstevigen hun onderlinge band door in koor te huilen. Het is een ritueel dat het groepsgevoel versterkt. Bovendien laten ze zo weten tot waar hun familieterritorium reikt. De jonge wolven huilen vanaf twee maanden mee. Ze kunnen nog niet toon houden; ook dat moeten ze nog leren. In ARTIS hoor je vaak het huilen van de Hudson Bay wolven. Bijvoorbeeld als op de eerste maandag van de maand de sirene wordt getest.