Iedereen die in de Efteling is geweest kent ongetwijfeld het Sprookjesbos. Dit beboste parkgedeelte (Het Marerijk) maakt al onderdeel uit van het park sinds het ontstaan ervan. De allereerste sprookjes, ontworpen door Anton Pieck en Peter Reijnders, openden op 13 mei 1952. Ze vormden de basis voor het succes dat de Efteling sindsdien kent. Alle sprookjes (of scenes eruit) worden uitgebeeld in een tafereeltje in openlucht. Dit gebeurt aan de hand van animatronics, projecties, beelden of fonteinen. Door de luidsprekers klinkt het volledige sprookje. In deze “In de kijker: het Efteling sprookjesbos”, nemen we dit speciale gebied onder de loep. De komende woensdagen wordt er een sprookje toegelicht.
Het meisje met de zwavelstokjes (2004):
Een verhaal over een arm meisje. Dit is ongetwijfeld één van de droevigste sprookjes ooit.
Verhaal :
Er zwierf eens een arm, klein meisje door de straten die bedolven waren onder een sneeuwtapijt. Ze werd door haar ouders op oudejaarsavond de straat opgestuurd om zwavelstokjes te verkopen, zodat het gezinnetje kon eten.
Alle voorbijgangers liepen haar echter voorbij. Allen waren zij op weg naar hun warme huizen of een heerlijk feestmaal. Het meisje bibberde van de kou. Haar ene slofje was ze kwijtgeraakt en het andere slofje was gestolen door een kwajongen uit de buurt.
Het werd al laat en het meisje durfde niet terug keren naar haar ouders, omdat ze geen enkel zwavelstokje had verkocht. Koud en vermoeid besloot ze een zwavelstokje aan te steken.
In het licht van het vlammetje kreeg het meisje plots een visioen van een grote kachel waarin een warm vuurtje brandde.
Al snel verdween het visioen. In de hoop het opnieuw te zien ontstak het meisje een ander zwavelstokje. Deze keer verscheen er een feestmaal. Ook dit verdween weer als sneeuw voor de zon.
Het meisje stak snel een derde zwavelstokje aan. Ze zag een grote kerstboom met wel duizend lichtjes. Ook dit zwavelstokje doofde snel uit.
Toen het meisje het vierde zwavelstokje aanstak, verscheen haar oma in het licht van de vlam.
De grootmoeder, die reeds overleden was, keek haar vriendelijk aan. Het meisje smeekte haar oma om haar mee te nemen naar de hemel. Daarop nam haar oma het meisje mee in haar armen en samen vlogen ze de hemel in.
De volgende ochtend vonden de voorbijgangers het meisje dood terug op straat, doodgevroren maar met een gelukzalige glimlach op haar gezichtje.
Bron: Efteling en Eftelpedia