In de kijker: Het Efteling Sprookjesbos – Tafeltje-Dekje

Iedereen die in de Efteling is geweest kent ongetwijfeld het Sprookjesbos. Dit beboste parkgedeelte (Het Marerijk) maakt al onderdeel uit van het park sinds het ontstaan ervan. De allereerste sprookjes, ontworpen door Anton Pieck en Peter Reijnders, openden op 13 mei 1952. Ze vormden de basis voor het succes dat de Efteling sindsdien kent. Alle sprookjes (of scenes eruit) worden uitgebeeld in een tafereeltje in openlucht. Dit gebeurt aan de hand van animatronics, projecties, beelden of fonteinen. Door de luidsprekers klinkt het volledige sprookje. In deze “In de kijker: het Efteling sprookjesbos”, nemen we dit speciale gebied onder de loep. De komende woensdagen wordt er een sprookje toegelicht.

 

Tafeltje-dek-je (1999):

“Tafeltje dek je, ezeltje strek je, knuppel uit de zak “ bestaat al sinds 1956 in de Efteling. Op 1 april 1956 werd de toverezel toegevoegd aan het sprookjesbos. Pas in 1984 werd deze verplaatst naar het Herautenplein, waar hij de dag van vandaag nog steeds staat. Een leuk detail is dat wanneer je een kleine vergoeding (50 eurocent) geeft, er daadwerkelijk een speciale Efteling munt (ook wel eens dukaat genoemd) uit zijn achterwerk rolt.
Pas in 1999 werd de herberg gebouwd, waarin het sprookje verteld wordt aan de hand van animatronics en speciale effecten.
Verhaal :

 

Er was eens een vader die drie zoons had. 1 voor 1 werden ze door hun vader de wijde wereld ingestuurd om een vak te leren. De eerste ging in de leer bij een meubelmaker en kreeg een tafeltje als hij zijn opleiding voltooide. Als je “Tafeltje dek je!” zegt tegen het tafeltje vertelde de meubelmaker, dan dekt de tafel zichzelf met de heerlijkste spijzen en dranken.

Omdat de weg naar huis lang was, besloot hij om te overnachten in een nabijgelegen herberg. Wanneer hij aan de andere gasten van de herberg liet zien hoe het tafeltje werkte, werd hij in het oog gehouden door de waard. Die was uit op het tafeltje en bedacht een plan om het te bemachtigen.
’s Nachts, terwijl de jongeman sliep, stal hij het bijzondere tafeltje en zet hij er een gewoon tafeltje voor in de plaats. De jonge kerel had ‘s morgens niets door en vervolgde zijn weg naar huis. Toen hij thuis kwam en het tafeltje aan zijn vader wilde laten zien, gebeurde er niets meer.
De tweede zoon ging in de leer bij een molenaar. Als afscheidsgeschenk krijgt hij een bijzondere ezel. Als je “Ezeltje strek je!” tegen de ezel zegt, rollen er goudstukken uit zijn achterwerk.

De tweede zoon overnachtte, net zoals de eerste, in dezelfde herberg als zijn broer.
Toen de waard zag wat het ezeltje kon, verwisselde hij ’s nachts de toverezel met een gewone.

Thuis toonde hij aan zijn broer en vader de ezel, maar ook hij bleek door de waard bedrogen te zijn.

De bedrogen broer schreef onmiddellijk een brief naar hun jongste broer over wat hen in de herberg was overkomen. De derde en jongste zoon, was in de leer gegaan bij een houtsnijder.
Als geschenk ontving hij een toverknuppel, die op het bevel “Knuppel uit de zak!” elke boosdoener in de buurt afranselde.
Eenmaal in de herberg aangekomen, toonde hij de waard deze bijzondere knuppel, zonder echter te vertellen waarvoor hij dient. Opnieuw probeerde de waard de knuppel te verwisselen, maar de jongste knaap was hem te snel af. Zodra de waard zijn kamer binnensloop, schreeuwde hij luidt: “Knuppel uit de zak!” De waard wordt net zolang afgeranseld tot hij de diefstal van het tafeltje en het ezeltje bekende en de jongeman de gestolen goederen teruggeeft. Hij nam de voorwerpen mee naar huis en de vader en zijn drie zonen leefden nog lang en gelukkig.

 

Bron Efteling en Eftelpedia