In de kijker: Het Efteling Sprookjesbos – De wolf en de 7 geitjes

Iedereen die in de Efteling is geweest kent ongetwijfeld het Sprookjesbos. Dit beboste parkgedeelte (Het Marerijk) maakt al onderdeel uit van het park sinds het ontstaan ervan. De allereerste sprookjes, ontworpen door Anton Pieck en Peter Reijnders, openden op 13 mei 1952. Ze vormden de basis voor het succes dat de Efteling sindsdien kent. Alle sprookjes (of scenes eruit) worden uitgebeeld in een tafereeltje in openlucht. Dit gebeurt aan de hand van animatronics, projecties, beelden of fonteinen. Door de luidsprekers klinkt het volledige sprookje. In deze “In de kijker: het Efteling sprookjesbos”, nemen we dit speciale gebied onder de loep. De komende woensdagen wordt er een sprookje toegelicht.

 

 

De wolf en de 7 geitjes (1973):

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 geitjes op een rij. Dat wordt smullen dacht de wolf.

Verhaal:

In een huisje in het bos woonden eens zeven jonge geitjes samen met hun moeder. Voordat mama geit op weg ging naar de markt om inkopen te doen, waarschuwde ze de 7 jonge geitjes dat er door het bos een grote boze wolf rondwandelde, die zeer graag geitjes opat.

Toen de moeder weg was, was de wolf ondertussen tot aan het huisje geslopen. Hij riep luid: “Doe eens open lieve geitjes, ik ben het: jullie lieve moeder!”. Maar de geitjes herkennen de zware stem van de wolf onmiddellijk en ze weigeren de wolf binnen te laten.

De wolf kocht vervolgens een stuk krijt en at dit op. Dit zorgde ervoor dat zijn stem heel wat zachter klonk.
Hij keert terug naar het huisje en riep opnieuw: “Doe open lieve geitjes, ik ben het: jullie lieve moeder!”. Maar de wolf had zijn grote zwarte poot op de vensterbank gelegd. De geitjes herkennen de wolf wederom.
“Jij bent onze moeder niet, jij bent de wolf!”, riepen ze. De deur blijft gesloten.
De wolf bedacht weer een slim plan. Hij ging naar de bakker toe en vertelde deze dat hij zijn poot bezeerd had. De bakker deed wat meel en deeg op de “zere” poot van de wolf om de pijn te verzachten.

Voor de derde keer kwam de wolf aan bij het huisje van de 7 geitjes. Opnieuw weerklonk zijn vraag. De geitjes hoorden de zachte stem en zagen op de vensterbank de witte poot, ze dachten ditmaal dat het hun moeder was.
Ze openden de deur en de grote boze wolf sprong binnen en schrokte bijna alle geitjes op. Alleen het jongste geitje wist zich te verstoppen in de grote staande klok. Volgevreten wandelde de wolf het huisje uit en viel in een diepe slaap onder een boom in het bos.

Na een poosje komt moeder geit terug thuis. Ze schrok enorm toen ze zag dat al haar kinderen weg waren. Aarzelend kwam het jongste geitje tevoorschijn uit de klok. Samen zochten ze een schaar, wat naalden en een draad.
Vervolgens gingen ze op zoek naar de wolf. Ze hadden hem al snel gevonden. Moeder geit knipte de buik van de wolf open en één voor één sprongen de geitjes heelhuids eruit. De buik vulden ze met grote keien en naaiden hem daarna dicht. Toen de wolf wakker werd, had hij een enorme dorst. Hij besloot zijn dorst te laven aan het nabijgelegen meertje. Door het gewicht van de keien viel de wolf in het water en verdronk.

De geitjes leefden nog lang en gelukkig.

 

Weetje: Als één van de geitjes in onderhoud is, wordt deze vervangen door een ander hobbelend geitje.

 

 

Bron: Efteling en Eftelpedia