Cheeta’s krijgen normaal gesproken twee tot vijf jongen, waarbij nesten van drie tot vier welpen het meest voorkomen. Een cheetavrouwtje in Burgers’ Zoo kreeg op 24 mei 2014 echter een zesling. Vrij uitzonderlijk, zeker omdat het destijds haar eerste nest betrof. Nog nooit eerder in het Arnhemse dierenpark werden zes cheetawelpen in één nest geboren. Onlangs heeft hetzelfde cheetavrouwtje echter opnieuw het leven geschonken aan zes welpen en werd dit eigen record van Burgers’ Zoo dus geëvenaard. De coördinator van het Europese fokprogramma voor cheeta’s geeft aan dat in slechts 5% van alle cheetageboortes in Europese dierentuinen een nest uit zes welpen bestaat. Op een leeftijd van circa zes weken wordt de zesling preventief ontwormd en geënt tegen katten- en niesziekte. Tot die tijd is het belangrijk dat de welpen met hun moeder zoveel mogelijk rust krijgen in de veiligheid en beschutting van het kraamverblijf.
Tweemaal zes
De moeder is op 1 maart 2010 in Burgers’ Zoo geboren, terwijl de vader op 21 maart 2011 in Salzburg (Oostenrijk) ter wereld kwam en in het kader van het Europese fokprogramma op 19 maart 2013 naar Arnhem is verhuisd. Van 15 september 2014 tot 30 september 2015 is hij tijdelijk uitgeleend aan Safaripark Beekse Bergen, omdat hij als fokman in Arnhem zo succesvol bleek te zijn. Zelf heeft hij in Hilvarenbeek niet voor nageslacht gezorgd, maar zijn aanwezigheid daar heeft de reeds aanwezige man waarschijnlijk een extra stimulans gegeven op zich voort te planten. Het vrouwtje is nu ruim 6,5 jaar oud en de zesling betreft haar tweede nest. Tot op heden maken de jongen een gezonde indruk en blijft geen van de pasgeboren jachtluipaarden achter in de groei, net als het geval was bij haar eerste nest van zes jongen twee jaar geleden. De zes cheeta’s uit haar eerste nest zijn in het kader van het Europese fokprogramma voor cheeta’s op één vrouwtje na reeds allemaal verhuisd vanuit Arnhem naar diverse andere Europese dierenparken.
Cheeta of jachtluipaard
Cheeta’s worden ook wel jachtluipaarden genoemd. Het hele lichaam van deze sierlijke roofdieren is gebouwd op het ontwikkelen van een zo hoog mogelijke snelheid. In tegenstelling tot de meeste andere katachtigen kunnen volwassen jachtluipaarden hun nagels niet meer intrekken. Tijdens de sprint op volle snelheid zorgen de nagels voor grip, vergelijkbaar met de spikes onder een schoen van een atleet. De staart dient als een soort roer en evenwichtsorgaan. Cheeta’s kunnen een topsnelheid van 115 kilometer per uur bereiken, maar houden dit slechts enkele seconden vol.
