Vorige week is het kuiken van de gewone jaarvogel (Rhyticeros undulatus) uitgevlogen in het Vogelhuis. Dit is het eerste kuiken in ARTIS sinds 1996. De gewone jaarvogel maakt op een bijzondere manier een nest. Het koppel bouwt een broedplaats in een holle boom waarbij de vrouw zichzelf volledig inmetselt, op een kleine spleet na. De man voert de vrouw gedurende vier maanden via de spleet in de boom. Het kuiken heeft bijna drie maanden met de moeder doorgebracht in de uitgeholde boom en is inmiddels al bijna even groot als een volwassen jaarvogel. De vogels hebben zichzelf met hun snavels uit het dichtgemetselde gat getikt, waarna het kuiken voor het eerst de vleugels heeft uitgeslagen.
Geslacht
Het jaarvogelkuiken heeft inmiddels de grootte en het dieet van een volwassen jaarvogel, maar is ondanks zijn formaat nog niet volgroeid of zelfstandig. Zo blijft de jonge vogel na het verlaten van het nest nog enkele maanden bij de ouders. Het geslacht van de gewone jaarvogel is te herkennen aan zijn kleur. Het mannetje heeft een prominente gele keelzak, het vrouwtje een blauwe. Jaarvogelkuikens lijken op mannetjes, maar de snavel is smaller. Ook ontbreekt nog de opmerkelijke hoorn op de snavel. De transformatie naar een volwassen verenkleed begint met ongeveer zeven maanden na het uitvliegen, en duurt tot ongeveer drie jaar. Het geslacht van het kuiken wordt bepaald aan de hand van genetisch materiaal uit de veren. Binnenkort zal duidelijk zijn of het een man of vrouw is.Gewone jaarvogels leven in de bossen in Azië. Met dit kuiken draagt ARTIS bij aan het Europese fokprogramma van de gewone jaarvogel.