Gent, de stad van het Gravensteen, de stroppendragers en voetbalclub AA Gent. Wist je dat deze stad in de tweede helft van de 19e eeuw ook een dierentuin had ?
Reeds in de Middeleeuwen werden er exotische dieren gehouden in het Gentse Gravensteen, waaronder enkele leeuwen, beren en roofvogels, maar er was nog geen sprake van een echte dierentuin.
Toen op 21 juli 1843 de Antwerpse Zoo succesvol haar deuren opende, kwam er schot in de zaak. Op 12 april 1851 werd de Gentse Maatschappij voor Natuurlijke Historie opgericht.
De dierentuin werd gevestigd in de Muinkmeersen, een moerasachtig gebied gelegen tussen de Schelde en de spoorlijn naar het station Gent-Zuid. Deze gronden waren vanaf de 10e eeuw eigendom van de Sint-Pietersabdij en deden eeuwenlang dienst als bleekweiden.
In het begin was deze prestigieuze dierentuin 3ha groot, later werd deze vergroot tot 5 ha (1852) en in 1860 werd dit maar liefst 5,5 ha groot. Centraal in de dierentuin stond een kiosk, voorzien van een windmolen, die het water moest oppompen voor de verschillende vijvers en waterlopen op het domein. Er werd ook een restaurant/salon opgetrokken in Byzantijnse.
In het begin was deze plaats enkel toegankelijk door de gegoede klassen van de maatschappij, die het zich konden veroorloven om lid te worden van deze vereniging. Je moet weten dat in deze geschiedkundige periode het verschil tussen de rijken en de armen veel groter was dan de dag van vandaag.
Later werd dit beleid aangepast en ook mensen van de andere sociale klassen (burgerij, middenklasse) mochten het domein betreden. Doch werden de verschillende klassen gescheiden. Arbeiders mochten bijvoorbeeld enkel op zondagvoormiddag binnen om het deftiger volk niet voor de voeten te lopen.
Een tweemaal per week was de dierentuin het decor voor concerten, die in samenwerking met de Maatschappij van Hovingbouw en Kruidkunde werden georganiseerd.
Jaarlijks werden hier ook enkele grote feesten gehouden, zoals de Floraliën (tijdens de Gentse feesten). De gebouwen werden dan verlicht met gaslampjes, wat een sfeervol uitzicht gaf aan het geheel. In het begin werd er ook vuurwerk afgeschoten, maar op vraag van de directeur werd dit voor de rust van de dieren, toch afgeschaft.
Voor de lagere klassen werden er aparte feesten en concerten georganiseerd.
Naast het aanschouwen van tientallen dieren, konden de kinderen ook een ritje maken op de rug van een pony of dromedaris.
Het huidige Muinkpark is nog een overblijfsel van de vroegere dierentuin. Verschillende straatnamen herinneren ons nog aan de dierentuin die zich hier vroeger bevond: Alpacastraat, Arendstraat, Buffelstraat, Hertstraat, Leeuwstraat, Olifantstraat, Okapistraat, Tijgerstraat, Zebrastraat en de Dierentuinlaan.
Na verloop van tijd liepen de bezoekersaantallen sterk terug en in oktober 1903 werd de maatschappij ontbonden. In 1905 sloot de dierentuin volledig. Een precieze oorzaak kan daarvoor niet aangeduid worden, maar men vermoedt dat het opkomende kust- en kuuroordtoerisme bij de burgerij een belangrijke rol gespeeld heeft. Ook het beoogde onderzoek door de universiteit is nooit echt van de grond gekomen.
De meeste dieren werden openbaar verkocht. De stad Gent kocht nadien de gronden op voor verkaveling.
De muziekkiosk verhuisde na de sluiting naar Eeklo, waar ze tot 1937 bleef staan op de het marktplein. Door de heraanleg van de nabij gelegen autosnelweg, verhuisde ze naar Waasmunster, waar ze na enkele jaren ook werd afgebroken.
Bron: GentBlogt
Foto’s: beeldbank.gent.be