Planckendael ringt recordaantal jonge ooievaars

Meer dan 100 kuikens geboren; dat is nooit gezien!

Opnieuw ringt Planckendael een recordaantal jonge ooievaarskuikens. Drie ringrondes heeft Planckendael nodig om alle kuikens van 2015 van hun paspoort te voorzien. De eerste ging door eind mei, een tweede op 10 juni en vandaag komen de laatste vier nesten aan bod. De Planckendaelse ooievaarsspecialist Jean Niesz had er zijn handen vol mee. Nog nooit zag hij zoveel kuikens geboren worden in één broedseizoen. Hij telde 90 jongen. Tel daar de kuikens van vandaag bij en een nieuw record is gevestigd. Dat heeft alles te maken met het mooie, rustige voorjaar. In mei kenden we geen onweer, geen hagel, geen lange, koude periode. Er viel slechts zeven liter regen, kortom ideaal weer voor ooievaars.

Ringen en wegen

Zoals elk jaar ringt Planckendael alle kuikens. Met behulp van een hoogtewerker gaat verzorger Jean Niesz twaalf meter de hoogte in om de jongen te identificeren. Elk kuiken wordt geringd en gewogen. Eén pluimpje gaat naar het labo voor DNA-onderzoek, onder meer om het geslacht te bepalen, wie de ouders zijn, en wat hun broedsucces bepaalt.

 

Planckendael ligt op een natuurlijke trekroute

Overwinteren doen de ooievaars tussen Spanje en West-Afrika. Sommigen vliegen meer dan 4.000 kilometer met een gemiddelde van 300 kilometer per dag. De ooievaarstrek naar het zuiden heeft niets met hun zoektocht naar warmere oorden te maken, zoals wel eens wordt gedacht. Ze vliegen naar het zuiden omdat daar in de winterperiode meer voedsel te vinden is. Een gevaarlijke tocht, want hoogspanningskabels zijn een grote vijand van ooievaars.

Liefdesverklaring

Terug in de veilige omgeving van Planckendael, beginnen ze onmiddellijk ijverig aan hun nesten te werken. Die nesten liggen hoog in de boomkruinen, verspreid over het hele park. Ooievaars zijn in de eerste plaats trouw aan hun nest en in de tweede plaats aan hun partner. Als je het typische geklepper hoort, verklaren ze elkaar hun liefde. Ze plooien hun hals en leggen hun kop in hun nek om zo de onderste snavelkant vlot tegen de bovenkant te klappen.

Ooievaars zonder grenzen

Planckendael hielp in de jaren ’90 de bijna verdwenen ooievaars overleven in West-Europa door enkele koppels ooievaars te laten broeden in het park. Hun nakomelingen volgden de natuurlijke trekroutes naar het zuiden en komen jaarlijks terug naar Planckendael om er te broeden. De oorspronkelijke Planckendaelgroep van zes dieren breidde daardoor uit tot een kolonie van meer dan honderd ooievaars in 2015. Door een samenwerking van Planckendael, de Vlaamse Gemeenschap, het Zwin en Natuurpunt kwam er in 1999 extra onderzoek naar de trekroutes van de ooievaars. Zij startten samen het project ‘Ooievaars zonder grenzen’. Met behulp van satellietzenders werd de trekroute van de ooievaars gevolgd en ontdekten de wetenschappers van het onderzoeksinstituut van de KMDA, het CRC (Centre for Research and Conservation) dat jonge dieren nog steeds naar Afrika trekken, maar dat veel oudere ooievaars al lang niet meer de oversteek maken. Ze overwinteren in Spanje, omdat ze daar op vuilnisbelten voldoende voedsel vinden.

Met al die ooievaars kan een geboorte uiteraard nooit ver weg zijn. Zo werd er onlangs nog een baby giraf door de ooievaar afgeleverd in het park.