Eind juli/begin augustus ging Themeparkfreak Wesley met zijn dochter Maud op een Amerikaanse roadtrip en deden een aantal pretparken aan die al een tijdje hoog op de bucketlist stonden. Een reis die oorspronkelijk gepland stond voor 3 weken met slechts 3 parken, werd uiteindelijk een reis van 10 dagen met 14 stops.
Zusterpark
Na 3 dagen te hebben doorgebracht in Sandusky, Ohio gingen we naar Kings Island. We hadden goede verhalen over het zusterpark van Cedar Point gehoord, zelfs dat het een beter park zou zijn. Die laatste verhalen zijn waar!
Maandag
Rond 19 uur arriveerden we bij het park, wat tot 22 uur open was. We konden alvast een goede eerste indruk krijgen, zodat we op dinsdag het hele park konden verkennen.
Dinsdag
Op dinsdag waren we al vroeg in het park. Met onze Cedar Fair Platinum Passes kregen we een half uur “early entry”, wat betekende dat we al vroeg de beschikking hadden over onder andere Banshee, de B&M invert van het park. Waar we in de andere parken de inverts hadden overgeslagen, stond deze op de “verplichte lijst”, reden: vests. De over de schouder beugels van andere B&M inverts maken deze ritten vaak wat oncomfortabeler (persoonlijke mening). Dat en het feit dat we soms de 40 graden aantikten, was voor ons de reden deze in andere parken niet te doen. De beugels en ritten in Banshee maakten het gemis echter meer dan goed!
Met 12 nieuwe credits op zak gingen we het park uit. Racer Blue was gesloten, Invertigo sloegen we over, voor Great Pumpkin Coaster waren we helaas te groot.
Conclusie: dit park was misschien wel het beste van de trip. Waar Cedar Point misschien betere achtbanen heeft, lijkt dit park op een of andere manier completer. Misschien is het de layout of de relaxte vibe die in het park hing of misschien wel gewoon het simpele feit dat ze een Eiffeltoren hebben.
Beste achtbaan volgens Wesley: Beast of Mystic Timbers (dwing me niet te kiezen!). Beste volgens Maud: Banshee.
