Hollywood Tour is een dark-ride, gebouwd in het Duitse pretpark ‘Phantasialand’, door Intamin. Deze werd geopend in 1990. Bezoekers varen met een bootje voorbij bekende filmscenes. De rit duurt ongeveer een 9-tal minuten en is 340m lang.
Station + splash:
Bij het instapperron word je opgewacht door een animatronic van Alfred Hitchcock. Hij is één van ‘s werelds bekendste regisseurs. Hitchcock werd op 13 augustus 1899 geboren in Londen. Rond zijn 18e levensjaar raakte Hitchcock geïnteresseerd in fotografie. Hij wilde eigenlijk fotograaf worden maar kon hierin geen werk vinden. Op goed geluk besloot hij in 1920 naar Duitsland te vertrekken, waar destijds een grote foto- en filmindustrie bestond. Eenmaal aangekomen in Duitsland vond hij al snel werk als fotograaf. Na verloop van tijd werd hij assistent-regisseur en rolde zo in het filmwereldje. Zijn bekendste films zijn uiteraard “The birds” en “Psycho”. Hij wordt ook wel eens The Master of Suspense genoemd, door de opbouwende sfeer, kenmerkend voor zijn films.
Eens je het station hebt verlaten, neemt je boot een duik in de duisternis.
Onmiddellijk volgt er een natte splash. De boot vervolgt zijn weg doorheen een mysterieuze grot.
Maak kennis met de verschillende scenes doorheen deze attractie:
Scène 1: Jaws:
Jaws (Engels voor kaken) is een Amerikaanse film uit 1975 naar het gelijknamige boek van Peter Benchley. De film werd geregisseerd door Steven Spielberg en won drie Oscars. Onder meer Roy Scheider, Robert Shaw, Richard Dreyfuss en Lorraine Gary speelden in de film.
Het verhaal gaat over sheriff Martin Brody van de fictieve badplaats Amity Island. Regelmatig worden toeristen aangevallen door een witte haai. De gemeenteraad vindt echter dat het strand open moet blijven om geen badgasten en inkomsten mis te lopen. Dit blijkt niet meteen een verstandige beslissing, want opnieuw worden enkele toeristen het slachtoffer van deze vraatzuchtige haai.
Brody, een zeebioloog, gaat samen met Quint, een lokale visser, de strijd aan met de haai.
Na het kassucces van deze film, volgenden er al snel enkele opvolgers: Jaws 2 (1978), Jaws 3-D (1983) en Jaws: The Revenge (1987).
Scène 2: Tarantula:
Tarantula is een Amerikaanse film uit 1955, geproduceerd door William Alland en geregisseerd door Jack Arnold. De hoofdrollen zijn weggelegd voor John Agar, Mara Corday and Leo G. Carroll.
Het verhaal speelt zich af in de woestijnrijke Amerikaanse staat Arizona, hier experimenteert professor Gerald Deemer met groeihormonen. Op deze manier hoopt hij een middel te vinden om de hongersnood in de wereld te kunnen bestrijden.
Op zekere dag wordt zijn partner dood aangetroffen in de woestijn. Dr. Matt Hastings, een lokale dokter uit het stadje ‘Desert Rock’, wordt gevraagd om het lijk te onderzoeken. Al snel ontdekt men dat niet alleen planten exponentieel groeien, maar ook bepaalde dieren zoals tarantula’s.
De gigantische tarantula richt ondertussen een ware ravage aan. Hele kuddes vee en ontelbare dorpsbewoners worden gedood. Men besluit de spin te lijf te gaan met machinegeweren.
Scène 3: Sinbad de Zeeman:
Sinbad (of Sindbad) de Zeeman, is het hoofdpersonage en verteller van zeven verschillende sprookjes uit de verhalen van Duizend-en-één nacht.
Zoals zijn naam al aangeeft is hij een zeeman, die leefde ten tijde van het Kalifaat van de Abbasiden, in de stad Bagdad. Zijn naam is Perzisch voor “heer van de Sindh (rivier)”. Tijdens zijn zeven zeereizen beleeft Sinbad vele avonturen.
Het verhaal begint wanneer de jonge en arme kruier Sinbad zich beklaagt bij God, omdat hij zo hard moet werken voor weinig geld en desondanks alles arm blijft, terwijl anderen rijk geboren worden. Zijn klaagzang wordt opgevangen door een rijke koopman, die toevallig ook Sinbad heet. Hij roept hem binnen en legt uit hoe hoe hij aan zijn rijkdom is gekomen. Iedere dag vertelt hij hem over één van zijn 7 verre zeereizen. Na elke verhaal schenkt hij de arme kruier 100 gouden dinar.
De eerste reis van (de rijke) Sinbad:
In het eerste deel leren we Sinbad kennen als de zoon van een rijke koopman. Echter sterft de vader van Sinbad. Waardoor Sinbad het fortuin erft.
Jammer genoeg houdt hij van feesten en raakt het geld snel op. Daardoor moet Sinbad terug de zee op. Tijdens de tocht meert het schip van Sinbad aan op een eiland. Wanneer de bemanning vuur maakt op het strand blijkt dat het eiland in werkelijkheid de rug van een zeemonster is.
Wanneer het monster duikt, springt iedereen terug op het schip, maar Sinbad blijft achter in de zee. Na enige tijd spoelt hij aan op een eiland waar hij de merrie van de koning redt van een monster. Hierdoor is de koning hem dankbaar en wordt Sinbad terug rijk.
De tweede reis van Sinbad:
In het 2de deel is Sinbad zijn luxeleven beu. Hij gaat terug de zee op en wordt net zoals de eerste keer achtergelaten. Hij komt in een kloof terecht die krioelt van de gigantische slangen.
Op deze slangen maakt de vogel Roc jacht. Sinbad staat doodsangsten uit, maar plots merkt hij dat er vlees in de kloof wordt gesmeten door handelaars.
Op de bodem van de kloof ligt het namelijk vol met diamanten. De diamanten kleven op het vlees, en Roc is niet op jacht achter de slangen maar op de stukken vlees.
Op die manier worden de diamanten meegenomen naar het nest van Roc waar de handelaars het kunnen gaan halen wanneer ze de vogel verjagen. Sinbad bindt zich vast aan zo’n stuk vlees en wordt naar het nest gebracht om zo te kunnen ontsnappen met een fortuin aan diamanten.
De derde reis van Sinbad:
Al snel verveelt Sinbad zich en gaat opnieuw op reis. Het schip legt aan op een eiland waarop zich een slot bevindt. Dit wordt bewoond door een cycloop, die de groep opsluit en iedere avond de dikste van de bemanningsleden opeet. Sinbad en de twee overgebleven metgezellen weten de reus met gloeiende zwaarden blind te steken. De groep ontsnapt aan de cycloop en diens soortgenoten op een vlot naar een ander eiland. Daar komt iedere nacht een slang een van de metgezellen opeten tot Sinbad alleen over is. Hij bekleedt zijn hele lichaam met hout zodat de slang hem niet kan bijten of opeten en ten slotte opgeeft. Sinbad wordt door een passerend schip gered, en daar blijkt dat het hout aan zijn lichaam niet alleen zijn leven heeft gered maar ook nog eens zeer kostbaar is. Sinbad keert nog rijker naar Bagdad terug.
De vierde reis van Sinbad:
Sinbad verveelt zich na verloop van tijd opnieuw en vaart uit, maar lijdt schipbreuk. De inboorlingen van het eiland zijn zeer vriendelijk en geven de bemanning goed te eten. Net op tijd merkt Sinbad dat het kruid dat ze de bemanning te eten geven ervoor zorgt dat ze hun verstand verliezen, waarna de wilden hen vetmesten en opeten. Sinbad weigert dan ook het kruid te eten, en de kannibalen verliezen hun belangstelling voor hem. Hij weet te ontsnappen naar een ander eiland, waar hij in de gunst van de koning weet te komen door de stijgbeugel te introduceren, die in dit land nog niet bekend was. De koning neemt hem aan als raadgever en regelt een mooie rijke en lieve vrouw voor hem.
Sinbads vrouw komt helaas door een ziekte al snel te overlijden, en dan ontdekt Sinbad dat in dit land het de gewoonte is dat na de dood van een van de echtelieden de ander levend meebegraven wordt. Hij en zijn vrouw worden mooi aangekleed en gedecoreerd met de beste juwelen, waarna ze met een kleine voorraad water en brood in een massagraf worden opgesloten. Wanneer na Sinbad nog een koppel begraven wordt slaat hij de nog levende echtgenote dood en steelt haar water- en broodrantsoen. Dit gaat zo een tijdje door tot Sinbad wilde dieren ontdekt die zich aan de lijken tegoed doen. Hij volgt hen naar buiten en de grot blijkt een uitgang naar de zee te hebben. Sinbad neemt zo veel mogelijk juwelen mee van de doden als hij kan dragen, wordt gered, en keert opnieuw nog rijker naar Bagdad terug.
De vijfde reis van Sinbad:
De geschiedenis herhaalt zich: Sinbad verlangt opnieuw naar de zee, en naar vreemde landen en volken. Opnieuw scheept hij zich te Basra in. Na enige dagen ziet de bemanning een vreemde witte bal. Sinbad herkent dit als het ei van de Roc en probeert de bemanning aan te raden weg te gaan nu het nog kan. De bemanning breekt het ei echter en het kuiken wordt opgegeten. De woedende ouders achtervolgen het schip en bombarderen het met rotsen, waarop het zinkt.
Sinbad spoelt aan op een eiland, waar hij al snel een oude man ontmoet – de Oude Man van de Zee. De grijsaard wil dat Sinbad hem een eindje op de rug draagt en Sinbad helpt de oude man graag. Echter, de man stapt niet meer af en dreigt Sinbad met zijn sterke armen en benen te wurgen. Vanaf dat moment moet hij de man dragen, terwijl deze hem als een paard berijdt en aanspoort. ’s Nachts slaapt de man met de armen en benen nog even strak om Sinbads lichaam zodat ontsnappen niet mogelijk is. Om het zware werk te verlichten vergist Sinbad vruchtensap en drinkt dit. Wanneer de oude man nieuwsgierig wordt biedt Sinbad hem ook wat aan. Omdat de oude man geen alcohol gewend is wordt hij zo dronken dat Sinbad hem kan afgooien en ontsnappen.
Sinbad ontsnapt naar een stad die geterroriseerd wordt door apen. Hij scheept zich in, met medeneming van een grote hoeveelheid kostbare kokosnoten, en keert naar Bagdad terug.
De zesde reis van Sinbad:
Al enige tijd is Sinbad nu het varen beu, zelfs een afbeelding van een schip wekt zijn weerzin op. Maar toch begint het na verloop van tijd weer te kriebelen. Sinbad scheept zich opnieuw in en lijdt wederom schipbreuk. Er is niets te eten in het land en uiteindelijk sterven alle bemanningsleden van de honger behalve hijzelf. Sinbad ontdekt een beek die een grot in stroomt en besluit een vlot te bouwen en de beek af te varen. De beek blijkt kostbare edelstenen in de bedding te bevatten. Ook vindt Sinbad een grote hoeveelheid kostbare barnsteen. De beek leidt naar een grote stad waar Sinbad de koning ontmoet. De stad blijkt Serendib te heten en het eiland is Sri Lanka. Sinbad vertelt de koning over zijn vaderland, waar de wijze kalief Haroen ar-Rashid regeert. De koning stuurt Sinbad hierop naar huis met een grote hoeveelheid kostbare geschenken voor de kalief.
De zevende reis van Sinbad:
Sinbad heeft nu meer dan genoeg van reizen, maar op een dag ziet hij een zeeman, ruikt de geur van zout en reizen, en besluit toch weer een laatste keer uit te varen. Hij scheept zich opnieuw in en lijdt opnieuw schipbreuk. Sinbad weet met de overlevenden al snel een grote stad te bereiken, de thuishaven van een van de overlevenden. Hij trouwt met de dochter van deze rijke koopman. De koopman overlijdt vrij snel hierna, Sinbad en zijn dochter erven diens vermogen en leiden een plezierig leven in de stad. Dan blijkt dat alle mannen iedere maand vleugels krijgen en wegvliegen. Zeer tegen de zin van zijn vrouw vraagt Sinbad of hij een keer mee mag en de mannen stemmen toe op voorwaarde dat Sinbad de hele tocht zijn mond houdt. De mannen vliegen, met Sinbad in de armen van een van hen, zo hoog dat ze de engelen horen die de lof van God zingen. Sinbad is zo onder de indruk dat hij God prijst. Hierdoor schiet er direct een bliksemstraal uit de hemel die de vogelmannen bijna verzengt. Woedend omdat Sinbad toch zijn mond heeft opengedaan zetten ze hem op een afgelegen bergtop af. Daar ontmoet hij twee jongelingen die God dienen en hem een gouden staf geven. Terug in de stad blijkt dat alle inwoners, behalve Sinbads vrouw en haar vader boosaardige geesten, djinni zijn. Sinbad en zijn vrouw verkopen al hun bezittingen en reizen terug naar Bagdad om daar een rustig leven te leiden.
In een variant op het verhaal van de zevende reis vraagt de kalief Sinbad om nog een laatste keer uit te varen omdat hij de koning van Serendib op zijn beurt een geschenk wil aanbieden. Sinbad, die al zoveel ontberingen heeft geleden, wil eigenlijk niet en vertelt de kalief van zijn eerdere reizen. De kalief toont begrip maar Sinbad durft toch niet een bevel in de wind te slaan en vertrekt toch. Op de terugweg lijdt hij opnieuw schipbreuk en wordt gevangengenomen en tot slaaf gemaakt. Hij moet op olifanten jagen maar wordt door de olifantenkoning gegrepen en naar een olifantenkerkhof gebracht. Zodoende kan hij een grote hoeveelheid ivoor meenemen en zijn meester is zo blij dat hij Sinbad vrijlaat en hem een deel van het ivoor laat houden. Sinbad keert zodoende nog rijker terug naar Bagdad, brengt de groeten van de koning van Serendib over aan de kalief en dankt God nadien.
Na het zevende verhaal geeft Sinbad de Zeeman zijn arme naamgenoot een laatste gift, zodat deze nu 700 dinar rijker was en een bescheiden vermogen heeft. Sinbad de Zeeman nodigt Sinbad de kruier uit om vaker langs te komen en sindsdien zijn beide Sinbads goede vrienden.
Scène 4: Frankenstein:
Frankenstein is een Amerikaanse drama-horrorfilm uit 1931 en werd geregiseerd door James Whale. Voor Boris Karloff betekende zijn rol als het monster een doorbraak in de filmwereld. De film werd een groot succes en kreeg meerdere vervolgen.
Dr. Henry Frankenstein is een briljant wetenschapper die bezeten is door het idee om de doden terug tot leven te kunnen wekken. Samen met zijn gebochelde knecht Fritz gaat hij elke nacht naar het kerkhof om lijken op te graven voor één van zijn expermimenten. Op een stormachtige nacht wordt zijn grootste levenswens vervuld wanneer hij zijn creatie, een man geheel gemaakt van onderdelen van lijken, door middel van de bliksem tot leven wekt. Hij is zo gefascineerd door zijn creatie, dat hij vergeet dat hij op het punt staat om te trouwen met zijn geliefde.
Op het eerste zicht lijkt er niets mis met dit wezen. Hij doet gedwee wat Frankenstein hem beveelt, maar als snel blijkt dat het wezen niet zo onschuldig is als hij lijkt. Ze sluiten hem op in de kelder, maar het monster weet te ontsnappen. Ze slagen na een tijdje erin het monster een injectie toe te dienen, maar het monster raakt er enkel bewusteloos door. Henry denkt echter dat het volledig dood is en neemt zijn oude leven weer op. Wanneer Henry naar zijn bruiloft gaat, ontwaakt het monster weer en ontsnapt uit het kasteel. Na wat omzwervingen ontmoet het monster een lokale boerendochter, die geen schrik van hem heeft. In zijn onwetendheid gooit hij haar in het water, waar ze verdrinkt.
Ondertussen komt Henry tot het besef dat zijn monster ontsnapt is. Samen met een groep boeren begint hij een klopjacht. Tijdens één van deze tochten raakt Henry gescheiden van de groep en loopt in de armen van het monster. Wanneer de boeren hen terugvinden in een oude molen, belegeren ze deze.
In een paniekaanval wordt Henry naar beneden gegooid door het monster. Henry’s val wordt echter gebroken door de wieken van de molen en hij overleeft de val. Terwijl een paar boeren hem huiswaarts dragen, verbranden de anderen de molen met het monster erbij.
Scène 5: 20,000 Leagues Under the Sea:
Een mysterieus zeemonster, volgens sommige ooggetuigen een grote narwal, terroriseert de schepen van verschillende landen. Na een aanval op een oceaanschip stelt de Amerikaanse regering een expeditie samen om dit monster op te sporen en te vernietigen. Een van de leden van de expeditie is de Franse professor en marinebioloog Pierre Aronnax. Hij is tevens de verteller van het verhaal. Andere leden van het team zijn Aronnax’ onderdanige assistent Conseil, die zijn meester in alles volgt, en de minder fijnbesnaarde Canadese harpoenier Ned Land.
De expeditie vertrekt van Long Island (New York) aan boord van het marineschip Abraham Lincoln. Na een lange zoektocht op de Grote Oceaan wordt het monster gevonden. Het komt tot een treffen tussen het monster en het schip, waarbij het schip zware schade oploopt. De drie protagonisten vallen overboord, en belanden op het monster. Dit monster blijkt tot hun verbazing geen beest te zijn, maar een metalen constructie: het is een onderzeeboot. De drie worden aan boord gehaald en begroet door de kapitein van de boot, Nemo. Hij vertelt dat de duikboot de naam Nautilus draagt en een creatie is van hemzelf.
Nemo wil de drie mannen niet laten gaan, want zijn geheim moet bewaard blijven. Overigens worden ze gastvrij behandeld. De rest van het boek beschrijft de reis van de Nautilus door de wereldzeeën. Nemo is een zeer geleerde en zeer rijke man. Hij lijkt te worden gedreven door zowel een honger naar wetenschappelijke kennis als door wraak op de beschaving. Hij heeft gezworen nooit meer een voet op het land te zetten en zijn schip wordt volledig voorzien door de voortbrengselen van de zee. De Nautilus zelf wordt geheel aangedreven door elektriciteit en is voorzien van apparatuur voor nauwkeurig onderzoek op de zeebodem. Terwijl Aronnax het beste maakt van zijn situatie en zelfs goed kan opschieten met Nemo, met wie hij een gemeenschappelijke obsessie voor zeeleven deelt, probeert Ned Land voortdurend pogingen te verzinnen om te ontsnappen.
Met de bemanning buiten Nemo hebben de drie protagonisten vrijwel geen contact. Dit komt deels doordat ze een taal spreken die de drie niet kunnen verstaan, en deels doordat ze zich afstandelijk gedragen. Ook is het goed mogelijk dat de bemanning instructies heeft gekregen zich niet met de drie te bemoeien, hoewel het boek dit nergens expliciet vermeldt. Tijdens de reis overlijden twee bemanningsleden. Een raakt bij een aanval op een schip dodelijk gewond aan zijn hoofd, de tweede wordt door een reuzeninktvis gegrepen.
De Nautilus begint aan een reis van 80 000 kilometer: van de oceaan nabij Japan via Polynesië naar de Torresstraat, de Indische Oceaan, de Rode Zee, de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan, de Zuidelijke IJszee, de Golfstroom en uiteindelijk de Noorse kust. Op hun reis belandt de groep op veel exotische locaties. Ze gaan op een onderzeese jacht bij het eiland Crespo en worden bijna door de inboorlingen van Nieuw-Guinea gedood. Ze bezoeken de parelbank van Ceylon en begraven een bemanningslid in een koraalrif. Ze zien de koralen van de Rode Zee, bezoeken de Zuidpool en het legendarische Atlantis. Nemo toont nog meer van zijn uitvindingen, waaronder duikpakken waarmee de bemanning de zeebodem kan verkennen, en speciale geweren met elektrische kogels. Dat de reis niet zonder gevaar is blijkt wanneer alle ingezetenen onder Zuidpoolijs bekneld raken en bijna stikken door zuurstofgebrek, wanneer een bemanningslid sterft door een ongeluk aan boord, en wanneer de Nautilus wordt aangevallen door inktvissen.
Uiteindelijk wordt de Nautilus opgespoord en aangevallen door een marineschip. Ondanks aandringen van Aronnax om deze boot te sparen, zet Nemo de aanval in en keldert het schip. Nemo wordt hierna verteerd door schuldgevoel en de waakzaamheid van hem en de bemanning verslapt. Kort hierop belandt de Nautilus in de Moskstraumen-draaikolk voor de kust van Noorwegen. Dit is de kans waar de drie gevangenen op hebben gewacht, en ze ontsnappen uit de Nautilus, zodat Aronnax het verhaal kan vertellen. Aronnax raakt buiten westen en komt bij in een vissershut op de Lofoten. Het lot van Nemo en zijn bemanning wordt niet onthuld.
Scène 6: Tarzan:
“Tarzan, the Ape Man” is een Amerikaanse film uit 1932, geregisseerd door W.S. Van Dyke. De hoofdrollen worden vertolkt door Johnny Weissmuller, Neil Hamilton, C. Aubrey Smith en Maureen O’Sullivan. De film is gebaseerd op de roman “Tarzan of the Apes”, geschreven door Edgar Rice Burroughs
Het verhaal begin in het England. Tarzan is de zoon van aristocratische ouders, John en Alice Clayton. Tijdens een reis stranden ze aan de westkust van Afrika aan na een muiterij aan boord van het schip dat hen naar Afrika bracht. Ze proberen te overleven in het oerwoud. Wanneer zijn ouders overlijden wordt Tarzan gevonden en opgevoegd door de apin Kala, die net haar eigen jong verloren had.
Tarzans echte naam is John Clayton, Lord Greystoke. De naam Tarzan (‘blanke huid’) krijgt hij van Kala. De enige mensen met wie Tarzan gedurende de eerste 18 jaren van zijn leven in contact komt, zijn de leden van een kannibalenstam. Een van hen, Kulonga, vermoordt Kala, waarna Tarzan bloedig wraak neemt.
Jaren later vindt Tarzan in het hutje, waar hij voorheen samen met zijn echte ouders woonde, een aantal kinderboekjes. Met behulp van deze plaatjes en letters leert hij zichzelf lezen en schrijven.
Jaren later ontmoet hij Jane, ze worden op slag verliefd. Wanneer Jane terugkeert naar Amerika, gaat Tarzan haar uiteindelijk achterna.
Scène 7: De tovenaar van Oz (tot 2007 The Birds):
The Wizard of Oz is een Amerikaanse film uit 1939, gebaseerd op het beroemde gelijknamige boek van L. Frank Baum. De film is geregisseerd door Victor Fleming. Hoofdrollen worden vertolkt door Judy Garland, Ray Bolger, Jack Haley, Bert Lahr en Frank Morgan.
De 15-jarige Dorothy Gale woont samen met haar tante en haar hondje Toto op een boerderij in de Amerikaanse staat Kansas. Op een zekere dag wordt de boerderij gertroffen door een wilde tornado, deze brengt haar en haar hondje naar het magische land van Oz.
Kort na haar aankomst in Oz blijkt dat Dorothy onbedoeld een slechte heks (de boze heks van het oosten) heeft uitgeschakeld omdat ze bovenop haar huis is geland. Glinda, de goede heks, geeft Dorothy een paar magische schoenen, die haar beschermen tegen andere heksen. Ze vertelt er Dorothy bij dat als ze ooit nog terug wil keren naar Kansas, ze de hulp zal moeten krijgen van de grote tovenaar van Oz.
Dorothy gaat op zoek naar deze tovenaar. Onderweg maakt ze kennis met enkele rare snuiters: een vogelverschrikker die hersens nodig heeft, een blikken man die graag een hart wil, en een bange leeuw die hoopt dat de tovenaar hem meer moed kan geven. Samen vervolgen ze hun weg.
Uiteindelijk vinden ze de tovenaar, maar die wil hun wensen enkel inwilligen als ze voor hem de bezem van de slechte heks brengen. Er zit niets anders op. Het gekke groepje begeeft zich naar haar kasteel van de heks. Nadat ze de heks overwonnen hebben, keren ze met de bezem terug naar de tovenaar.
Wanneer ze eindelijk terug bij de tovenaar aankomen, blijkt deze echter helemaal geen tovenaar, maar wel een gewone simpele man die, net als Dorothy, uit Kansas komt. Hij is in Oz beland door een ongeluk met een op hol geslagen luchtballon. Toch slaagt hij erin, ondanks zijn gebrek aan toverkunst, de leeuw, de vogelverschrikker en de blikken man te geven wat ze hebben willen. Vervolgens biedt hij Dorothy aan om haar terug te brengen naar Kansas met dezelfde ballon die hem naar Oz heeft gebracht. Dit plan mislukt wanneer Toto op het laatste moment uit de mand springt en Dorothy hem achterna rent, waardoor de ballon zonder haar vertrekt. Gelukkig kan ze met behulp van de magische schoenen toch weer huiswaarts keren.
The Birds is een Amerikaanse horrorfilm uit 1963, geregisseerd door Alfred Hitchcock. Het werd volledig gebaseerd op het verhaal van Daphne du Maurier. De hoofdrollen worden gespeeld door Tippi Hedren, Rod Taylor en Jessica Tandy.
Het film begint wanneer Melanie Daniels twee dwergpapegaaien koopt als cadeau voor Mitch. Mitch woont samen met zijn moeder en zusje in Bodega Bay.
Wanneer ze onderweg is met een bootje naar hem, wordt ze op het meer aangevallen door een zwerm wilde meeuwen. Het voorval wordt al gauw vergeten, maar wanneer ook de plaatselijke school door kraaien wordt aangevallen, ontstaat er paniek.
Mitch tracht om alle ramen en deuren te vergrendelen. Honderden vogels verzamelen zich en bestormen ’s nachts het huis. Na een tijdje lijkt het alsof de vogels verdwenen zijn, buiten heerst er enkel stilte. Iedereen slaapt terwijl Melanie besluit om boven de kamers te controleren. Wanneer ze boven komt, raakt ze door de vogels ingesloten en wordt ze wederom aangevallen.
Mitch redt haar en weet dat hij moet ingrijpen. Hij opent de deur van het huis en merkt dat er overal vogels zitten. Kraaien op het dak, meeuwen op de grond… gelukkig weten ze allen te ontkomen.
Scene 8: King Kong:
King Kong is een beroemde Amerikaanse avonturenfilm uit 1933. Zoals de meeste wel bekend, gaat deze film over een gigantische gorilla, genaamd Kong.
Het verhaal van de film werd geschreven door Edgar Wallace, Ruth Rose en James Ashmore Creelman gebaseerd op een concept vanMerian C. Cooper. Een boekversie van de film verscheen al voor de film zelf in 1932. Dit boek bevat ook beschrijvingen van scènes die niet in de film werden opgenomen.
De film werd geregisseerd door Merian C. Cooper en Ernest B. Schoedsack. De film is vooral beroemd geworden vanwege de voor die tijd geavanceerde Stop-motioneffecten van Willis O’Brien, de muziek van Max Steiner en actrice Fay Wray.
Het verhaal van de deze film situeert zich in het New York, ten tijde van de Grote Depressie (begin jaren 30). Carl Denham, een filmregisseur, zwerft langs de straten van New York op zoek naar een geschikte actrice voor zijn nieuwste film. Hij komt toevallig langs een fruitstalletje waar hij getuige is hoe een arme vrouw genaamd Ann Darrow wordt betrapt op het stelen van een appel. Carl komt tussen beide en betaalt de eigenaar van de fruitkraam. Ann valt hierop van de honger flauw in zijn armen waarbij het Carl opvalt hoe mooi ze is. Hij is ervan overtuigd dat Ann de actrice is die hij zoekt en biedt haar onmiddellijk de baan aan. Ann neemt de baan meteen aan omdat ze toch niets te verliezen heeft.
De volgende ochtend vertrekt ze samen met Carl en zijn complete filmcrew naar een voor haar onbekende locatie. Aan boord ontmoet Ann ook eerste stuurman Jack Driscoll, die aanvankelijk niets moet hebben van een vrouw aan boord. Via hem verneemt ze dat het schip waarop ze zitten onderweg is naar een mysterieus eiland. Hij vertelt haar ook dat er op dit eiland een gigantisch monster zou leven, genaamd Kong, dit monster zal de ster worden van de nieuwe film.
Eenmaal aangekomen op het eiland, belandt het gezelschap in een klein dorpje. Aan de rand van dit dorp is een enorme muur gebouwd om het monster buiten het dorp te houden. Op diezelfde moment houdt de plaatselijke bevolking net een ritueel waarbij ze een meisje van de stam willen offeren aan Kong. De eilandbewoners ontvoeren Ann echter. Zij zal nu als offer dienen voor de machtige Kong.
Tijdens het ritueel, neemt Kong haar mee het oerwoud in. Jack, Carl en enkele gewapende mannen gaan hun achterna. Na een tijdje begint Kong Ann te vertrouwen.
Uiteindelijk weet Carl de aap uit te schakelen met met een gasbom en brengt het beest vervolgens naar New York (Broadway). Hier moet het optreden in verschillende shows. Carl weet hierdoor aardig wat geld te verdienen, maar het succes is niet van lange duur. Op zekere dag breekt Kong los uit zijn ketens en baant zich een baan uit het theater. Eenmaal buiten richt hij een enorme schade aan in het stadscentrum van New York.
Het leger wordt onmiddelijk opgeroepen om hem uit te schakelen. Ondertussen vind Kong Ann in één van de hotelkamers en neemt haar mee naar de top van het Empire State Building. Hier wordt het monster dodelijk getroffen door enkele dubbeldekkers (gevechtsvliegtuigen). Dodelijk gewond valt hij van het Empire State Building. Wanneer Carl een agent hoort zeggen dat de vliegtuigen Kong hebben verslagen corrigeert hij hem met de bekende zin: “No, it wasn’t the airplanes; it was beauty killed the beast., waarmee hij verwees naar Ann”.
Vervolgens wordt het bootje weer opgetakeld richting station.
Bronnen: Wikipedia, imdb, Movie Library