Het verhaal speelt zich af in het paleis van een oude sultan, in de mysterieuze wereld van 1001 nacht. Doorheen de vele luxueuze kamers van dit paleis dwaalt de geest Zanzar, het is de geest van de Sultan’s trouwste dienaar.
Op zekere dag geniet Zanzar van de rust in het paleis, maar deze rust duurt echter niet lang. Op het Oosterse marktje, gelegen net naast het paleis, ontstaat er plots heisa. Een ondeugende aap steelt een oude lamp uit een kraampje van een oude koopman. De aap weet echter te ontsnappen en neemt zijn toevlucht in het paleis.
Wanneer de bezoekers door de Sultan worden uitgenodigd om zijn paleis eens te komen bewonderen, treffen ze de aap aan in de eerste kamer. Hij heeft nog steeds de lamp tussen zijn poten. Zanzar probeert de lamp van de aap te ontfutselen en hem vervolgens weg te jagen. Doordat de aap schrikt, wrijft hij per ongeluk over de lamp. Hierdoor verschijnt er een tweede geest in de ruimte, zijn naam is Babas.
Babas is een op macht en geld beluste geest. In het paleis zit echter een diamant verstopt en daar is Babas natuurlijk op uit. Eerst hoopt hij Zanzar het huis uit te jagen door enkele onverklaarbare trucs. Hij laat de wenteltrap ronddraaien, doet de zwaarden tegen de muur heen en weer kletsen en laat een gong uit zichzelf slaan.
Zanzar is niet direct onder de indruk en besluit het gevecht aan te gaan met Babas, met als inzet de diamant die in het paleis verstopt zit. Deze diamant symboliseert de macht die het paleis uitstraalt.
De bezoekers nemen nu plaats op de banken in de volgende kamer.
Plots begint het huis te tollen als gek. Het gevecht tussen Zanzar en Babas is begonnen. Na een hevige strijd weet Zanzar zijn tegenstander terug in de lamp te lokken. Hij sluit de lamp opnieuw af, zodat Babas niet meer kan ontsnappen. Op dat moment verschijnt in het midden van de kamer de prachtige diamant.
Foto’s: Bob Van Dyck
