Elke dag is het Werelddierendag in Burgers’ Zoo

Op woensdag 4 oktober 2017 is het Werelddierendag! Sinds 1930 staan landen over de hele wereld stil bij het feit dat dieren rechten hebben en dat ze beschermd moeten worden. De datum van 4 oktober valt daarbij niet geheel toevallig samen met de sterfdag van Franciscus van Assisi, die met name bekend stond om zijn liefde voor de natuur en de dieren. Natuurlijk draagt Burgers’ Zoo het initiatief en de doelstellingen van Werelddierendag een warm hart toe, maar daarbij zijn we uiteraard wel van mening dat het elke dag dierendag hoort te zijn!

 

Op Werelddierendag bieden dierenparken over de hele wereld vaak op creatieve wijze een gezonde traktatie aan diverse diersoorten aan. Wij laten vandaag echter door middel van een mooie videocompilatie zien wat verschillende diersoorten het hele jaar door zoal aan divers voedsel krijgen. Daarbij worden verschillende diersoorten vaak op heel uiteenlopende manieren gevoerd, al naar gelang die voermethode efficiënt werkt bij een bepaalde diersoort.

Voedsel kan ook als vorm van gedragsverrijking worden aangeboden, bijvoorbeeld door dieren als afwisseling met enige regelmaat eens wat anders te voeren. Iets wat ze misschien niet of niet zo goed kennen, of een lekkernij die ze niet al te vaak krijgen omdat ze dan bijvoorbeeld te dik zouden kunnen worden. Al met al vormt Werelddierendag een interessante aanleiding om eens wat achtergrondinformatie te geven over voeding van dierentuindieren.

 

 

Voeding

Over voeding van dierentuindieren kunnen boeken vol geschreven worden, vooral omdat er honderden verschillende diersoorten zijn en heel veel dieren een heel nauwkeurig, uitgebalanceerd menu krijgen, dat vaak van dag tot dag verschilt. Bovendien vinden op dit gebied de laatste jaren veel ontwikkelingen plaats: meer wetenschappelijk onderzoek leidt tot veranderende inzichten en verbeteringen en aanpassingen van dierenmenu’s.

Bovendien blijken bezoekers en buitenstaanders onbewust een aantal aannames over voeding van dierentuindieren te doen die in de praktijk toch niet (helemaal) waar blijken te zijn: 

 

Gedetailleerd uitgeschreven dierenmenu’s

Eén van die aannames is dat dierentuinen regelmatig naar veilingen rijden en dan meenemen wat er die dag is doorgedraaid: een vrachtwagen vol bloemkool vandaag, want die kon men aan de straatstenen niet kwijt. Morgen komen we misschien met een berg paprika’s terug. Zo zal het vroeger ongetwijfeld regelmatig gegaan zijn, maar tegenwoordig hebben vrijwel alle dierentuindieren een uitgekiend dieet. Bezoekers verbazen zich vaak over de gedetailleerd uitgeschreven menu’s, waar meestal tot op de gram nauwkeurig wordt omschreven wat een specifiek dier te eten krijgt.

 

Apen die geen bananen eten

Een ander hardnekkig misverstand is dat apen vooral veel bananen te eten krijgen. Niet verwonderlijk overigens, want in elk kinderboek heeft een aap minimaal een tros bananen in zijn hand. Om bij voeding te blijven: we krijgen dat beeld letterlijk met de paplepel ingegoten. Toch zijn onze bananen helemaal niet goed voor de apen. Sterker nog, de apen in Burgers’ Zoo krijgen alleen bij hoge uitzondering een banaantje. Waarom? De bananen die wij mensen heerlijk vinden, zijn telkens verder aangepast naar onze smaak en staan inmiddels bijzonder ver van de wilde bananen uit het oerwoud af. Het is niet voor niets dat je toptennissers zoals Federer, Nadal of Djokovic in de pauze snel een banaan naar binnen ziet werken: van zo’n energiebom vol suikers krijg je inderdaad een directe ‘energy boost’! Zoals gezegd, de ‘oorspronkelijke’ wilde bananen uit het oerwoud bevatten helemaal niet zoveel suikers als onze gele supermarktfavorieten. Kortom: als je apen veel bananen zou voeren, dan zouden ze dat inderdaad lekker vinden, maar tevens binnen de kortste keren moddervet worden.

 

Leeuwen die regelmatig een dag vasten

En dan die hongerige leeuwen. Die schrokken dagelijks een complete koe weg, als we de gemiddelde schattingen van gasten mogen geloven. Ook dat idee heeft met beeldvorming te maken. Op Discovery en Animal Planet zien we regelmatig hoe een troep leeuwinnen met de nodige moeite een gnoe of zebra overmeesteren en zich vervolgens tegoed doen aan de prooi. Wat we niet zien, is dat die leeuwinnen verschillende mislukte jachtpogingen hebben ondernomen alvorens deze geslaagde jacht een feit werd. Of dat de groep ruim een week van deze prooi kan eten. In werkelijkheid eten de leeuwen in Burgers’ Zoo dus veel minder grote stukken vlees dan algemeen wordt aangenomen. In het Arnhemse dierenpark krijgen de leeuwen zelfs niet eens elke dag te eten! Dat benadert de situatie in het wild veel beter. Leeuwen die dagelijks te eten krijgen worden – daar zijn we weer – veel te dik én bovendien erg lui.

 

Voedsel van A-kwaliteit

Tenslotte nog een laatste punt dat voor veel lezers als een verrassing komt: de hoge kwaliteit van het voedsel dat de dierentuindieren krijgen. Een dierenarts in een modern dierenpark is waarschijnlijk zeventig tot tachtig procent van zijn tijd bezig met preventieve zaken: om te voorkomen dat. Voeding van hoge kwaliteit, van de juiste voedingswaarde en zo goed mogelijk aansluitend bij de natuurlijke situatie draagt daar in niet geringe mate aan bij. Dieren die gezond, gevarieerd en nauwkeurig gedoseerd te eten krijgen en bovendien voedsel krijgen voorgeschoteld dat qua voedingsstoffen dicht in de buurt komt bij wat de dieren in het wild eten, zullen een grotere kans hebben op een gezond leven zonder al te veel ziekteverschijnselen. Veel groente en fruit dat de dieren in Burgers’ Zoo krijgen, zouden ook uitstekend geschikt kunnen zijn voor menselijke consumptie. Dat geldt in feite ook voor vlees, vis en andere ingrediënten, al speelt daar soms bij mee dat de dieren niet per se een glanzend rode biefstuk op hun bord willen zien: sommige vleessoorten zijn louter op basis van bijvoorbeeld een afwijkende kleur van het stempel ‘niet geschikt voor menselijke consumptie’ voorzien. Kwalitatief gezien is er echter niets mee mis!