In de 19de eeuw was het een trend dat elk grote Europese stad beschikte over een prachtige dierentuin. Onlangs brachten we in deze reeks over vergane glories de dierentuin van Gent aan, maar wist je dat Brussel er vroeger ook eentje had. Deze situeerde zich, waar nu het Leopoldpark zich bevindt.
De Brusselse Zoo werd opgericht in 1851, maar een lang leven was deze dierentuin niet gegund. De ingang tot het park was te vinden, waar nu het Jean Reyplein zich bevind (Europese wijk, Leopoldpark). In 1878 sloot het park de deuren voorgoed. Na de definitieve sluiting werden nog 3 ander pogingen ondernomen om een nieuwe dierentuin op te richten, maar deze werden nooit gerealiseerd.
Alle grote Europese steden investeerden in een dierentuin, de 19de eeuw was namelijk een tijd waarin de wetenschap, in het bijzonder de natuurwetenschappen, hoogtijden beleefde. Een dierentuin gaf de steden dus niet alleen een luxueus tintje, maar ook een educatief en ontspannend kader. Destijds waren dierentuinen een plaats waar de gegoede burgerij samenkwam om te ontspannen en er kwam leren over de verscheidene diersoorten. De Zoo was ook een initiatief van deze klasse.
Als het op verblijven aankwam, liep de Zoo van Brussel destijds al een klein beetje voor op zijn concurrenten in andere steden. In Brussel probeerde men strak gekooide dieren te vermijden, men trachtte de dieren meer ruimte te geven, een gegeven dat elders globaal gezien pas later veel meer aandacht kreeg. De dag van vandaag proberen alle Europese dierentuinen dit gedachtegoed te hanteren.
Het park werd ontworpen volgens de standaard van een Engelse (kasteel)tuin.
In deze periode had iedere dierentuin ook een grote “berenkuil”. Omdat de meeste mensen nog nooit een beer van zo dichtbij hadden aanschouwt, was dit onderdeel van het park dus ook bijzonder populair. In Brussel konden de bezoekers een bruine, een grijze en een ijsbeer aanschouwen.
Verder waren er in de dierentuin verscheidene andere diersoorten te aanschouwen, waaronder heel wat apensoorten, vogels, kamelen, wolven, vissen, olifanten, katachtigen, runderen en vele andere.
De Zoo kende enkele succesvolle jaren, maar in 1878 was het uit met de pret. Door een afnemende interesse en slecht beheer was het park gedwongen de boeken neer te leggen. Doordat dieren minder goed werden verzorgd bij gebrek aan kapitaal, ging het sterftecijfer onder de dieren sterk omhoog. De directie kocht het nabijgelegen kloostergebouw en liet er alle gestorven dieren opzetten. Later zou dit gebouw het huidige Natuurhistorische museum worden. Wist je dat er nog steeds een olifant uit de Brusselse Zoo te bezichtigen is in dit moderne museum ?
De Zoo van Brussel kampte ook met een logistiek probleem. Destijds was het niet vanzelfsprekend om zomaar even grote exotische dieren te verplaatsen. De dag van vandaag bestaan daar speciale vrachtwagens voor, maar dat was toen even anders. Zo gebeurde het dat een olifant werd ingescheept tot de haven van Antwerpen. Van hieruit moest de olifant, onder begeleiding, de hele weg naar de Zoo van Brussel te voet afleggen.
Bron: Bruzz