“Lang, heel lang geleden, woonde de vierde burggraaf van Capelle in een kasteel nabij Kaatsheuvel. Hij verzamelde sprookjes en sagen van over de hele wereld. De toverkunst was hem niet onbekend en hij kon bloemen laten zingen en muren laten dansen.
Er was maar één plaag in zijn leven; de boze heks Visculamia. Zij zat opgesloten in een kerker in het nabijgelegen stadje “Druinen”. Zij wilde hem zijn sprookjes afnemen. Op een zekere dag, wist de heks ‘s nachts te ontsnappen. Ze verkleedde zich als een jonge maagd en ging op sprookjes-rooftocht rondom het kasteel. Helaas voor haar, werd zij betrapt door de hovenier van het kasteel. Deze nam haar mee. Vervolgens werd ze door de drie rechters van het hertogdom veroordeeld tot de brandstapel in de oostelijke vleugel van het slot. Op het laatst moment sprak zij een vloek uit over de burggraaf, hij zou voor eeuwig zoeken naar zijn laatste sprookje, namelijk zijn dochter “Esmeralda”. Steeds als het water van de Maas weer stijgt, slaat de betoverde kraai van “Visculamia” om twaalf uur de klok. Dan bengelt het lijk van de tuinman die haar verraadde aan het klokkenkoord. De rechters die haar veroordeelden weerklonken uit het zolderraam en in de catacomben snelt de graaf zijn dochter achterna, zonder haar ooit te vinden… Terwijl de bloemen zingen en de muren dansen slingert de heks haar verwensingen vanuit de sarcofaag waar de resten van de graaf liggen. De dochter zal pas rust kennen als de zang der bloemen verdwijnt, de uilen hun ogen sluiten en de boze kraai in slaap gesust is, dan pas zal de vloek verbroken worden”.
Leuk weetje: in de voorshow van de attractie wordt dit verhaal verteld door een mysterieus wezen met een glazen bol in de hand. De heks, opgesloten in de kerker, kan je helemaal vooraan in de wachtrij zien.