In de kijker: Het Efteling Sprookjesbos- Vrouw Holle

Iedereen die in de Efteling is geweest kent ongetwijfeld het Sprookjesbos. Dit beboste parkgedeelte (Het Marerijk) maakt al onderdeel uit van het park sinds het ontstaan ervan. De allereerste sprookjes, ontworpen door Anton Pieck en Peter Reijnders, openden op 13 mei 1952. Ze vormden de basis voor het succes dat de Efteling sindsdien kent. Alle sprookjes (of scènes eruit) worden uitgebeeld in een tafereeltje in openlucht. Dit gebeurt aan de hand van animatronics, projecties, beelden of fonteinen. Door de luidsprekers klinkt het volledige sprookje. In deze “In de kijker”, nemen we dit speciale gebied onder de loep. De komende woensdagen wordt er telkens een sprookje toegelicht.

 

Vrouw Holle (1952):

Sinds 1952 is de put van vrouw Holle terug te vinden in het sprookjesbos. Aan de hand van een diaprojector in de put wordt het verhaal aan de bezoeker uit de doeken gedaan. In 2006 werd het sprookje uitgebreid. Uit het huisje (dat al dateert van voor de beginjaren van de Efteling) komt sindsdien vrouw Holle regelmatig naar buiten kijken om het te laten sneeuwen.

Verhaal:

Er leefde eens een weduwe in een land hier ver vandaan. Ze had 2 dochters, een zeer ijverige en een luie dochter.
Op zekere dag maakte de ijverige dochter een stevige wandeling nadat ze alle taken in het huis had vervuld voor die dag. In het midden van het bos, kwam ze plots een diepe waterput tegen. Toen ze in de put wou kijken of er nog water in stond, verloor ze haar evenwicht en sukkelde ze in de put. Haar val werd gebroken en plots stond ze in een wonderlijk landschap. In de verte zag ze een oven staan vol met lekkere broden, die riepen haar toe, “haal ons uit deze warme oven, anders brandden we aan. Het meisje gaf onmiddellijk gehoor aan deze noodkreet.

De broden waren haar enorm dankbaar. Ze nam afscheid en zette haar tocht door deze wondere wereld verder. Iets later kwam ze aan bij een boom vol rijpe appels. “Pluk ons” riepen ze naar het meisje. Lustig plukte ze alle appels van de boom en stapelde ze netjes op. De appels waren haar ook zeer dankbaar.
Toen ze haar weg verder zette, kwam ze aan bij een huisje waar een oud vrouwtje woonde, genaamd Holle. De vrouw bood het meisje onderdak aan op voorwaarde dat zij het huishouden deed. Zo gezegd, zo gedaan. Ze hielp mee met de grote kuis en het opmaken van de bedden. Telkens ze met vrouw Holle het kussen uitklopte in het vensterraam, begon het te sneeuwen. Ze vermaakte zich hier kostelijk, maar op een bepaald moment kreeg het meisje toch heimwee en wilde graag weer terug naar boven, naar haar moeder en zuster.

Toen ze terug naar huis ging, moest ze van vrouw Holle onder een poort doorlopen. Vervolgens werd ze overladen met goudstukken als dank voor haar noeste arbeid. Toen ze thuis arriveerde vroegen haar zuster en moeder hoe ze aan al die geldstukken kwam. Ze vertelde heel haar wonderlijke verhaal. De moeder stuurde onmiddellijk haar luie dochter de put in. Ook zij kwam aan in de wonderlijke wereld van vrouw holle.
Uiteraard arriveerde ze eerst bij de warme over, maar ze negeerde echter de broden die om hulp riepen. Ook de appels liet ze volkomen links liggen. Met het vooruitzicht van ontelbare goudstukken, snelde ze vliegensvlug naar het huisje van vrouw Holle. De huishoudelijke taken werkte ze nooit af en het kussen uitkloppen dat deed ze nooit.

Toen de luie dochter terug naar huis wou, liep ze net zoals haar ijverige zuster door de speciale poort, maar in plaats van overladen te worden met goudstukken, werd ze overladen met pek.

 

Alle andere sprookjes kan je hier terugvinden.