Het verhaal achter: Fata Morgana – Efteling

Fata Morgana werd geopend in 1986, bij het 35-jarig jubileum van de Efteling. Deze attractie werd gebaseerd op de sprookjes van 1001 nacht, een grote verzameling sprookjes die zich afspelen in het Midden-Oosten. Aan de Vonderplas werd een groot Oosters paleis opgetrokken, waarin de dark ride zich bevind. We stappen in en vertellen je het verhaal achter deze attractie.

Eenmaal we het station verlaten hebben varen we de jungle in. In de verte is het Oosters paleis te zien. We zijn omgeven door tropische planten en slangen. In een rotswand verschijnt een tovenaar, met zijn toverstaf opent hij op magische wijze de deuren voor ons.

We varen een armenwijk binnen. Bedelaars vragen om geld. Een man probeert zijn ezel over een kapotte brug te krijgen. Vervolgens varen we langs de markt. Er wordt fruit verkocht, manden gevlochten en er wordt iemand van zijn tandpijn afgeholpen. Als we wat verder varen zien we onder andere een flessenverkoper, een slangenbezweerder en een vliegend tapijten verkoper. Een man waarschuwt ons om “niet verder” te gaan.

Onze boot vaart een tunnel in. In een trappengang wordt er aan een kadaver door ratten gepeuzeld. Alvorens aan een een beveiligde poort aan te komen worden we aangestaard door twee krokodillen. Twee wachters aan de poort manen ons aan te stoppen. Achter een raam knikt een derde wachter. Een kanon wordt afgevuurd en een groot ijzeren hek valt omlaag. Gelukkig stopt het hek net op tijd en openen de poorten naar de gevangenis.

Eenmaal binnen wordt er op ons geschoten. Kogels slaan in het water. We varen langs de cellen. Een groot mechanisme wordt door twee gevangen in beweging gezet. Maar dan verschijnt er een tweede tovenaar, met een flits worden we opnieuw verder geholpen. We varen de haven binnen. Handelaars op grote schepen doemen op. Niet veel later varen we langs de paleismuren. Een beetje verscholen is een wachter te zien. Met teugels probeert hij de tijger in toom te houden.

We varen het paleis van de sultan binnen. Chique geklede Arabieren genieten van de rijkgevulde tafels en maken ondertussen een praatje met elkaar. Dan zien we ook de Sultan. Om hem heen staan zijn lijfwachten, buikdanseressen en de bediening. Een orkestje maak het tafereel compleet.

Vervolgens zien we de Djinn, een reusachtige, vervaarlijk ogende reus die de schatkamer bewaakt. We varen onder hem door om de schatkamer te betreden. Juwelen, vazen en kisten vol goudwerk is er te bewonderen. Een derde tovenaar verschijnt. We varen een lange smalle gang in. De wanden zijn bedekt met bogen en ornamenten. We varen op een poort af in de vorm van een dierenkop. We verlaten de verboden stad om via de jungle opnieuw in station terecht te komen.